Inge Stortenbeker deed onderzoek naar mensen met langdurig onverklaarbare klachten. Die patiënten hebben bijvoorbeeld last van hoofdpijn, rugpijn of prikkelbare darmen. Juist deze groep was gevoelig voor de woordkeuze van de huisarts.
Niets geks
De arts kan na een onderzoek bijvoorbeeld zeggen ‘ik zie/hoor niets geks’, maar dit is een negatieve formulering. Patiënten voelen zich beter als ze bijvoorbeeld horen dat de bloeddruk goed is. “Inhoudelijk dezelfde boodschap, maar het taalgebruik is net anders. We zien dat na het consult het angstniveau van de patiënten lager is.” Ook bij slechtnieuwsgesprekken is het effect zichtbaar, vertelt Stortenbeker. Als een arts vertelt dat er ‘geen goed nieuws’ is in plaats van ‘slecht nieuws’ voelen patiënten zich ook beter.