De eerste cao voor de kraamzorg is een feit, maar daar is niet iedereen blij mee. De Nederlandse Beroepsvereniging voor Kraamverzorgenden (NBvK) is erg ontevreden en voelt zich bij de onderhandelingen gepasseerd. Opnieuw steekt de onvrede over met name de reiskosten de kop op.
Kraamhulpen zijn geld kwijt zijn om te werken en de inkomens zijn al zo karig, vindt woordvoerster Siska de Rijke van de NBvK. Uit de gang van zaken blijkt “een groot gebrek aan respect en waardering” voor de kraamverzorgenden. De cao is “zonder overleg met de 10.000 kraamverzorgenden tot stand gekomen. De werkgevers in de kraamzorg hebben samen met vier vakbonden, die nog geen 10 procent van de kraamverzorgenden vertegenwoordigen, een slechte cao afgesloten.”
De loonsverhoging (0,65 procent, later 1 procent) is onvoldoende om prijsstijgingen, reiskosten en andere onkosten te compenseren, zegt de NBvK, en de groep lijdt al onder onzekerheden en onduidelijkheden. De Rijke zegt dat er voldoende redenen waren om haar vereniging aan de onderhandelingstafel te vragen, maar dat dat niet is gebeurd.
Brancheorganisatie
Brancheorganisatie voor Geboortezorg Bo meent een mooi resultaat te hebben bereikt en zegt dat er goed contact met de verzorgenden is geweest. Bo wil nog wel met ze in gesprek, aldus een woordvoerster. De FNV zegt dat de vereniging niet als vakbond wordt gezien.
Volgens De Rijke van e NBvK ziet haar achterban niet veel in lid worden van een reguliere bond: “Als leden bellen krijgen ze informatie die ze ook kunnen googelen. Bij reorganisatie hoor je nooit wat, de bestuurders praten met de directies.”
De NBvK beraadt zich op stappen, maar hoopt ook op een betere cao voor 2018. “Maar we gaan ook kijken of we een stakingskas kunnen maken.” (ANP)