Prikken tegen ziekten die snel om zich heen kunnen grijpen, zoals mazelen en kinkhoest, moeten voorrang krijgen. Daar was het Rijksvaccinatieprogramma oorspronkelijk voor bedoeld, maar dat begint nu een beetje een ‘container’ te worden. Dat zei directeur Ruud Coolen van Brakel van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) maandag in EenVandaag op NPO Radio 1.
Hij denkt dat de vaccinatiegraad mede daardoor daalt. Vaccins tegen kwalen die meteen hele groepen zieken kunnen maken, zijn echt nodig voor de samenleving, vindt hij. Maar vaccins die in de eerste plaats belangrijk zijn voor jezelf of voor je kinderen, kunnen wel door de huisdokter worden aangeboden. Te denken valt dan aan baarmoederhalskanker en hepatitis b, aldus Coolen van Brakel.
Volgens het RIVM zijn alle inentingen nodig, omdat vrijwel alle ziekten uit het programma ernstig en besmettelijk zijn. (ANP)