Het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie gaat onderzoeken wat voor effect voeding heeft op kinderen met kanker. Hier is nog zeer weinig onderzoek naar gedaan, waardoor onduidelijk is of voeding een positieve of juist negatieve bijdrage levert aan de behandeling. Dit hebben Esther Fijnekam en Wim Tissing van het kinderoncologiecentrum bekendgemaakt tijdens het recente congres Diagnose Voeding & Gezondheid.
Het uitgangspunt van het centrum voor kinderoncologie, dat recent de eerste 22 kinderen met kanker heeft verwelkomd in het nieuwe pand in Utrecht, is ontwikkelingsgerichte zorg. Hierbij staan kind en gezin centraal, en streeft het oncologiecentrum ernaar om de normale ontwikkeling van het kind te bevorderen, ‘ondanks hun levensbedreigende ziekte en de ingrijpende behandeling die ze moeten ondergaan’. Voeding is een integraal onderdeel van de behandeling, aldus Esther Fijnekam, projectleider Eten & Drinken.
Het kinderoncologiecentrum heeft een voedingsconcept ontwikkeld samen met cateraar Hutten, die meer zorginstellingen in cure en care voorziet van maaltijden. Kinderen hebben meegedacht, bijvoorbeeld over het soort voeding dat patiënten krijgen; of de maaltijd vooraf besteld moet worden of niet; en of het ter plekke wordt opgegeten of in het restaurant. De uitkomst: alles kan in principe, de wens van de patiënt en zijn naasten staat centraal.
Kanjerkar
Het ziekenhuis biedt de patiënten veel keuzemogelijkheden. Zes keer per dag komt de kanjerkar langs met drie verschillende gerechten, elke acht dagen verandert het menu. 80 Procent van de maaltijden wordt vers bereid in het Prinses Máxima Centrum en er is veel groente en fruit.
Als een patiënt soep wil van de resten van tomaten van fastfoodketen McDonalds, dan bereidt de kok dat. Trek in een broodje hamburger om 8 uur ’s ochtends? Wordt geregeld. Willen de ouders zelf koken omdat het kind geen eten blieft dat het niet kent? Geen probleem, er is een keuken ingericht waar patiënten en hun naasten aan de slag kunnen. Fijnekam: “Wat als een kind twee weken lang alleen frikadel speciaal eet? Heeft dat negatieve gevolgen op de lange termijn? We weten het niet.”
Er is sowieso nauwelijks informatie over de bijdrage, positief of negatief, die voeding kan leveren aan de behandeling van kinderen met kanker. Het oncologiecentrum gaat dit dan ook onderzoeken. Dat dat belangrijk is, blijkt wel uit de snippers informatie die wel beschikbaar zijn over voeding en kinderen met kanker. Uit een onderzoek van het UMCG van enkele jaren geleden blijkt volgens kinderoncoloog Wim Tissing dat ondervoeding een probleem is in de behandeling.
Kinderen met ondervoeding hebben 20 procent minder kans om beter te worden en gewichtsverlies in de eerste drie maanden van de behandeling leidt tot meer infecties. Bijna eenvijfde van de kinderen met kanker raakt tijdens de behandeling ondervoed. De helft van de kankerpatiëntjes krijgt op enig moment in de behandeling sondevoeding toegediend.
Vasten
Hoeveel voedsel kinderen nodig hebben om op een gezond gewicht te blijven, is onbekend. “We weten niet wat het basismetabolisme van een kind is dat veel in bed ligt”, zegt Tissing, die dit wil gaan onderzoeken bij het Prinses Máxima Centrum. Ook is hij benieuwd of vasten misschien nuttig is. Er zijn aanwijzingen dat volwassen patiënten sneller herstellen als zij voor een operatie een dag lang voedsel laten staan. “Nou is niet eten lastig voor een kind van vier jaar, maar misschien kan er een voedingsmodel worden ontwikkeld dat weinig calorieën bevat.”
Radboudumc
Het Prinses Máxima Centrum is niet het eerste ziekenhuis dat experimenteert met voeding als onderdeel van de behandeling. Het Radboudumc startte in 2013 met het FoodforCare-programma, een initiatief van jonge kankerpatiënten, het Radboudumc en Maison van den Boer. Zes keer per dag gaan speciaal hiervoor opgeleide voedingsassistenten met kleine, eiwitrijke gerechten langs bij patiënten. De patiënt krijgt ter plekke uitleg over de samenstelling en kiest zelf wat hij wil eten. Onderzoek van het Radboudumc liet zien dat patiënten die deelnamen aan het programma meer eiwitten binnenkregen en beter in hun energiebehoefte werden voorzien dan patiënten die drie maaltijden per dag nuttigden.