Het model kwaliteitsstatuut voor de ggz krijgt geen steun van federatie P3NL en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Dat schrijven ze in een brandbrief aan het Zorginstituut Nederland. Volgens P3NL en NIP belemmert het voorgestelde statuut het leveren van goede zorg.
De concepttekst van het kwaliteitsstatuut wordt 1 juli bekrachtigd, maar P3NL en NIP hopen hier met de brandbrief een stokje voor te steken. Zij stellen namens tienduizenden zorgaanbieders en professionals uit de ggz dat het statuut grote problemen oplevert in de praktijk. Zo zou het leiden tot te veel bureaucratie en onhaalbare eisen. Ook ontbreekt een flexibeler inzet van gekwalificeerde professionals in de gespecialiseerde ggz in het model. Tot slot willen P3NL en NIP meer ruimte om te experimenteren met de inzet van regiebehandelaars met een beroep dat afwijkt van de geselecteerde functies in het model. Ze stellen dat zonder deze voorwaarden het statuut zorgaanbieders belemmert om passende zorg te leveren en de wachtlijsten weg te werken.
Eerder nog akkoord
Eerder dit jaar gingen zowel P3NL als NIP akkoord met een gelijksoortig modelstatuut. Ze hoopten destijds dat ze nog invloed uit konden oefenen op de uiteindelijke versie. Daar is volgens hen niets van terecht gekomen en daarom keren zij zich alsnog tegen het voorgestelde statuut. Een kwaliteitsstatuut waar alle betrokken partijen mee uit de voeten kunnen, lijkt daarmee ondanks jarenlange inspanningen nog steeds niet in zicht. Het statuut is van belang omdat ggz-instellingen sinds 2017 verplicht zijn om kwaliteitsinformatie te publiceren.