De gemiddelde hulpzoeker in de ggz komt nu eerst terecht bij de huisarts en praktijkondersteuner, vervolgens bij een psycholoog in de basis ggz en als dat niet afdoende is, in de specialistische ggz bij een gezondheidszorg-psycholoog, psychotherapeut of klinisch psycholoog. Op advies van vier betrokken beroepsverenigingen is het de bedoeling te komen tot een duidelijker overzicht van bij wie men terecht kan voor de best passende behandeling.
Nieuwe structuur
Hiertoe stelt men voor om één breed basisberoep voor de psychologische zorg te creëren: de gezondheidszorgpsycholoog-generalist. Ook gaan het huidige basisberoep psychotherapeut en het specialisme klinisch psycholoog samen in het nieuwe specialisme klinisch psycholoog-psychotherapeut. Afgelopen maand kwam het ministerie van Volksgezondheid, Welzijnen Sport (VWS) met het wetsvoorstel voor de nieuwe de beroepenstructuur.
“Terwijl de nieuwe wet het voor patiënten en verwijzers gemakkelijker zou moeten maken om snel de juiste behandelaar te vinden, ziet de actiegroep het voorstel als een verarming van de beroepenstructuur en als een bedreiging van het eigen ambacht en van de kwaliteit van zorg”, schrijft Maud Schaepkens, psychotherapeut bij Mondriaan en docent aan RINO Zuid, in een opiniestuk in de Limburger. “Ten eerste is niet aangetoond dat het verwijderen van het beroep psychotherapeut uit het BIG-register leidt tot een verbetering van de zorgkwaliteit, noch tot het vergemakkelijken van het vinden van passende zorg. Ook is nooit aangetoond dat psychotherapeuten hun werk niet afdoende uitvoeren. Tevens is er geen onderzoek gedaan naar de mogelijke negatieve gevolgen van de nieuwe beroepenstructuur op de kwaliteit en effectiviteit van de Nederlandse ggz.”
Stijgende wachttijden en kosten
Bovendien vreest Red de Psychotherapeut stijgende wachttijden voor complexe patiënten en stijgende kosten voor bijscholing voor professionals die inhoudelijk hetzelfde beroep blijven beoefenen. “Psychotherapeuten hebben een scholing van vier jaar genoten gericht op het geven van psychotherapeutische behandeling. Zij worden, zo toont het wetsvoorstel, nu gedwongen tot uitgebreide her- en bijscholing: eerst tot het nieuwe basisberoep gezondheidszorgpsycholoog-generalist (maximaal 2 jaar) en vervolgens tot het nieuwe specialisme klinisch psycholoog-psychotherapeut (maximaal 4 jaar).”
Gezien de forse wachtlijsten en het tekort aan inhoudelijk opgeleide behandelaren, valt het volgens de actiegroep niet te verkopen dat psychotherapeuten zich jarenlang moeten bijscholen om inhoudelijk hetzelfde werk te kunnen blijven uitoefenen als zij nu doen. Tot 26 februari is het mogelijk om via internetconsultatie op het wetsvoorstel te reageren.
Peter Koopman
Begrijpelijk is dat een aantal psychotherapeuten nu negatief reageren op het voorstel van de Nederlandse psychologen om deze erkenning conform art 3 Wet Big te gaan stoppen. En VWS neemt dat over en stelt een wetswijziging voor. Jaren geleden werd dit besluit ook al voorbereid en ik herinner me een discussie daarover in het breed samengestelde onafhankelijk adviesorgaan van VWS, het CONO. Vanuit diverse onderliggende beroepen kon men in één of in de geïntegreerde psychotherapeutische methodieken ( “scholen” ) opgeleid worden. Echter het BIG art. 3 register betreft brede basisberoepen in de individuele gezondheidszorg. Deze beroepen kennen een brede en algemene vooropleiding in dat beroep alvorens de wettelijk erkende beroepstitel te kunnen verkrijgen. Daarbij zich dus niet beperkend tot één methode. Het leek destijds vanzelfsprekend om deze meer psychologisch gebaseerde methodieken in te voegen in de specialistische BIG beroepen van psychiater en in het toen nieuwe beroep klinisch(neuro) psycholoog. Ook algemene basisberoepen werkzaam in de GGZ ( arts, verpleegkundige, GZ-psycholoog enz. ) maken gebruik van enkele psychotherapeutische inzichten. Het gaat dus niet om “voorbehouden handelingen”. Voor de meeste patiënten is het verschil tussen psychiater, klinisch psycholoog en psychotherapeut niet duidelijk. Naast de eerdere discussie, die toen niet leidde tot verwijdering uit art. 3 van het BIG register, is de situatie nu anders. De psychotherapie is onderdeel van de psychiatrie en van de klinische psychologie geworden en veel gz-psychologen volgden daarna de opleiding gericht op één of op de geïntegreerde methodiek. Hoewel de BIGtitel nu nog “psychotherapeut” luidt ziet men thans vaker de aanduiding van één der methodieken bijvoorbeeld in “gedragstherapeut”. En dan is de breedte conform art3 ver te zoeken. Als er een nette afbouwperiode weet op te nemen, lijkt mij het huidig voorgenomen besluit zeer acceptabel. Dat de dan “oude en niet meer erkende” beroepstitel aan het inmiddels volwaardig beroep “ klinisch psycholoog “ wil hangen vind ik minder logisch. Of is het de bedoeling dat ook de psychiater dat moet gaan doen uit “piëteit” met het verleden?
Marie-José van Hoof
Reactie op artikel skipr:
Waar gaat het nu om? Juist: het zou moeten gaan om het belang van het leveren van kwalitatief goede en adequate zorg aan kinderen, jeugdigen en volwassenen die psychiatrische of psychologische zorg nodig hebben. Naar gelang de opleiding kan elke soort psycholoog, en vergeet ook de psychiater niet, hier een bijdrage aan leveren vanuit kennis en kunde en zal de best opgeleide zorgprofessional hier een leidende rol in moeten hebben in afstemming met het team, alle beschikbare expertise in ogenschouw nemend en ook de grenzen van kennis en kunde van de diverse teamleden. Niet onbelangrijk.
De GZ-psycholoog wordt met name opgeleid in diagnostiek en een beetje CGT of IPT. De psychotherapeut moet minimaal drie soorten behandelingen leren beheersen en doet weinig diagnostiek, dat heeft meestal ook niet de interesse van een psychotherapeut. De klinisch psycholoog is een GZ-psycholoog die vervolgens zich gespecialiseerd heeft in psychotherapie en tegenwoordig hoort daar ook nog wat management en wetenschappelijk onderzoek bij. De psychiater is een medisch specialist opgeleid in soma én psyche, dus eerst opgeleid tot arts en heeft zich vervolgens in de breedte in de psychiatrie en soms daarbovenop nog een superspecialisatie zoals de kinder- en jeugdpsychiatrie verdiept. Daar is psychotherapie een integraal onderdeel van.
Het lijkt mij nuttig als actiegroep Red de Psychotherapeut ook optrekt met psychiaters en orthopedagogen en in ogenschouw neemt dat behalve psychologen juist psychiaters en kinder- en jeugdpsychiaters opgeleid zijn in psychotherapie als integraal onderdeel van hun beroepsuitoefening en zij evengoed buitengesloten worden in de beroepenstructuur psychologische zorg alsof zij non-existent zijn en wat betreft het exclusief eenzijdig ongeconsulteerd vergeven van de titel psychotherapeut aan de klinisch psycholoog.
Daarnaast worden orthopedagogen-generalist plots buitengesloten van de mogelijkheid zich tot klinisch psycholoog te bekwamen waar zij eerder gelijkgesteld werden met de GZ-psycholoog.
Verder lijkt het mij goed als elke psycholoog met een master een aanvullende twee-jarige opleiding diagnostiek heeft gedaan waarmee de titel GZ-psycholoog verkregen wordt omdat zonder gedegen diagnostiek er ook geen gedegen behandeling kan plaatsvinden mijns inziens. Je kan ook geen arts zijn zonder co-schappen en dat is dan nog een veel omvattender en intensiever stagepakket dan voor de opleiding tot GZ-psycholoog.
Ook is het de vraag of er geen differentiatie kan zijn op het niveau psychologisch specialist naar subspecialisatie: management, wetenschappelijk onderzoek versus psychotherapie. Waarom zou je deze alle drie in je pakket moeten hebben als psychologisch specialist? Dat wordt dan drie dingen half doen in de praktijk tenzij je bereid bent er extra lang voor in opleiding te zijn en ook 5 dagen per week te werken.
Kortom: de beroepenstructuur psychologische zorg is nu eenzijdig ingestoken vanuit NIP en NVP (zonder consensus in de achterban bij NVP), terwijl NVO en NVvP het onderspit lijken te moeten derven in de deal met VWS. Dat is beslist niet democratisch, noch gebaseerd op instemming of zorgvuldig afwegen van alle belangen, voors- en tegens. Dus niet oké.
Beter is het de organisatie van zorg te verbeteren met taken die door bepaalde beroepen het best uitgevoerd kunnen worden zodat elk team kan bepalen welk teamlid ingezet moet worden om in het geheel van het team de beste zorg mogelijk te maken.
Dan is er plek voor iedereen met al zijn kennis en kunde én met al zijn beperkingen.
Ronald Visser
In mijn ogen levert de nieuw voorgestelde beroepenstructuur voor de psychologische beroepen (invoering 2026) wel overwegend voordelen op.
Het betekent een vereenvouding en daarmee verbetering voor de cliënt en tegelijk een mooie en verdiende opwaardering van het beroep psychotherapeut naar het specialistenregister. Dit is waarom de Beroepsvereniging van Psychotherapeuten zich erachter opstelt.
Het wordt ingewikkeld en een stuk minder overzichtelijk als ook de psychiater en de orthopedagoog hun lot eraan verbinden.
Dat is oneigenlijk en onnodig. Beide beroepsgroepen hebben hun eigen beroepenstructuur. En hetgeen ze daarin eventueel missen kan daarbinnen worden opgezet, zoals een specialisme voor de orthopedagoog-generalist.
Ook na invoering van de nieuwe beroepenstructuur voor de psychologische beroepen blijven de pscholoog, psychiater en orthopedagoog intensief samenwerken. En dat vanuit ieders expertise en perspectief.
Met de nieuw voorgestelde beroepenstructuur wordt duidelijkheid gecreëerd waarmee deze multidiscipliniaire samenwerking in de toekomst haar aanduiding des te meer verdient. Dit betekent binnen de GGz, de ouderenzorg en jeugdhulp duidelijkheid voor de cliënt en voor de collega’s en geeft inhoudelijk een belangrijke kwaliteitsimpuls.