De eerste gesprekken met huisartsen die patiënten of een praktijk van Quin willen overnemen, zijn inmiddels al gevoerd. Dat zegt Olivier Molenkamp, directeur Nederland bij Quin, vandaag in NRC. Hoe de overdracht er uit gaat zien en wanneer die gaat plaatsvinden, is op dit moment nog niet duidelijk. Zeker is wel dat Quin de gekozen strategie door de verkoop radicaal wijzigt.
Tijdelijke sluiting
De koerswijziging volgt op een zeer problematische zomer. Dieptepunt voor Quin Dokters – dat is voortgekomen uit Bergman Clinics maar intussen al enige jaren zelfstandig opereert – was ongetwijfeld het tijdelijk sluiten van de zes praktijken in Amsterdam in juli dit jaar. Zo’n veertienduizend patiënten konden niet meer bij hun huisarts terecht. De sluiting had als gevolg dat de toch al huizenhoge druk op andere huisartsen verder toenam. Het leidde tot verontruste vragen vanuit de Amsterdamse gemeenteraad. Behalve in Amsterdam heeft Quin ook praktijken in Enschede, Puttershoek, Ridderkerk en Spijkenisse, die eveneens te kampen hadden met capaciteitsproblemen en oplopende wachttijden. Tot sluitingen heeft het daar niet geleid.
Als oorzaak voor de problemen wijst Quin naar een combinatie van de coronapandemie, een toegenomen zorgvraag en een toch al nijpend tekort aan huisartsen. “Inmiddels zijn, mede dankzij de goede samenwerking met collega-huisartsenpraktijken en de zorgverzekeraars, de problemen grotendeels opgelost en zijn onze praktijken weer goed bereikbaar”, laat Quin weten aan Skipr.
Miljoeneninvesteringen
Begin dit jaar maakte Quin Dokters bekend dat het bedrijf 25 miljoen euro investeringsgeld binnen had gehaald. “In de volgende ronde willen we minimaal 100 miljoen”, zei Quin-oprichter Bart Malenstein daarover in een interview met Zorgvisie. Met het geld ontwikkelt Quin een platform voor de eerste lijn, met symptoomcheckers voor patiënten en datagedreven diagnosetools voor de artsen. Een video-consult geldt in de visie van de oprichters als eerste optie, in ongeveer de helft van de gevallen zou er een fysiek consult worden ingepland.
Om het eigen digitale platform in de praktijk te brengen, nam Quin huisartsenpraktijken over. Het bedrijf wilde doorgroeien naar 200 tot 300 duizend patiënten in de eigen praktijken. Die overnames stuitten van meet af aan op argwaan onder huisartsen. Zij vreesden onder meer dat de kapitaalkrachtige nieuwkomer met hogere tarieven waarnemers zou weglokken bij andere praktijken.
‘Kwakzalverij’
Ook de voorname de focus op digitalisering en de grote rol voor kunstmatige intelligentie riep weerstand op. “Wie naar Dokter Quin gaat, betaalt de rekening voor technologie-kwakzalverij”, kopte UvA-onderzoeker Marijn Sax boven een opinie-artikel in de Volkskrant. Hij vergelijkt daarin de werkwijze van Quin met die van techbedrijven als Uber en Airbnb. Ze beloven meer dan ze waarmaken en creëren meer problemen dan ze oplossen, betoogt Sax. Die problemen zijn voor anderen, de winst steken dergelijke bedrijven in eigen zak, aldus Sax.
Geleerde lessen
De koerswijziging betekent niet dat Quin Dokters van het toneel verdwijnt. Digitale ondersteuning is onverminderd hard nodig in de eerste lijn, laat het bedrijf weten aan Skipr. “Door de praktijkvoering aan haar partners over te dragen kan Quin zich weer volledig gaan richten op het verder ontwikkelen van haar digitale zorgplatform. Hierbij worden de lessen die in de praktijk zijn geleerd meegenomen.”