Het Radboudumc staat aan de vooravond van een ingrijpende verandering van de organisatie. De zorg voor patiënten wordt straks verleend vanuit tien centra. Die centra zijn gericht op een specifieke groep aandoeningen. Voorbeelden zijn Hart en Vaten, Oncologie, Hersenen en Zintuigen. Door deze manier van organiseren staan patiënten en hun zorgvraag meer centraal. Aan het hoofd van elk centrum staan straks een medisch, bedrijfskundig én verpleegkundig directeur.
Verpleegkundig directeuren
Met de benoeming van de verpleegkundig directeuren wil het Radboudumc een duidelijk signaal afgeven. Namelijk dat verpleegkundige kennis en vertegenwoordiging tot in de bestuurslaag van het umc essentieel is voor duurzame zorg, onderwijs en onderzoek. Door verpleegkundige vertegenwoordiging op directieniveau krijgt de beroepsgroep meer regie en zeggenschap over het eigen werk en wordt verpleegkundige kennis steeds meer officieel ingebed in de organisatie. Daarnaast biedt dit carrièreperspectieven voor verpleegkundigen.
Dicht bij patiënten
“Verpleegkundigen zijn essentieel in de goede zorg voor onze patiënten”, zegt Carolijn Ploem, lid raad van bestuur. “Zij werken en staan dicht bij de patiënt en kunnen hierdoor makkelijker bijvoorbeeld de kwaliteit van leven bespreken, de vraag stellen waar behoefte aan is en daar met de juiste zorg of hulp op aansluiten. We zijn ervan overtuigd dat we als Radboudumc met de benoeming van verpleegkundig directeuren in onze zorgcentra nog beter voorbereid zijn op de zorg van de toekomst.”
Verpleegkundige domein
De nadruk van het werk van verpleegkundigen is de afgelopen decennia te veel komen te liggen in het medische domein. Ze werkten vaak in opdracht van de arts. Deze manier van werken benut de specifieke kennis die hoort bij het verpleegkundig vak echter niet volledig, vindt het Radboudumc. En juist deze kennis kan de zorg veel persoonsgerichter maken. Verpleegkundigen zijn opgeleid om aan te sluiten bij de wensen, behoeften en de belevingswereld van patiënten en hun naasten.
Kwaliteit van leven
“We willen als zorgverleners vaak een ziekte ‘oplossen’ voor een patiënt”, zegt Angelien Sieben, verpleegkundig directeur centrum voor geïntegreerde zorg. “Maar soms heeft een behandeling, of de gevolgen daarvan, zoveel negatieve invloed op de kwaliteit van leven, dat je je sterk moet afvragen of een medische interventie wel het juiste is voor deze patiënt, op dit moment in zijn leven. We moeten veel meer het gesprek aangaan met de patiënt over kwaliteit van leven.”
Peter Koopman
Het Triumviraat bestuursmodel komt weer in de “mode” in zorgorganisaties én met een verpleegkundige triumvir ! In de zestiger jaren en nog steeds in ons omringende landen was/is dit model gangbaar. De erkenning dat dit vakmanschap een van de peilers in de individuele gezondheidszorg is, nu in Nederland dus herontdekt. Het is nooit helemaal weggeweest en vooral ook op bestuurlijk niveau ( strategisch/politiek ) zichtbaar. Het belang van vakmanschap in die gremia lijkt nu pas echt gemist te gaan worden. Bij de algemene bestuursdienst ( ambtelijke topfuncties ) van de Nederlandse Overheid is dit “herontdekken” nog niet zichtbaar. We zijn inmiddels wel gelukkig met bestuurlijke/geneeskundige know how bij VWS, hoewel politieke en algemeen bestuurlijke “banden” daarbij merkbaar nog knellen. “Algemeen Bestuur” lijkt inhoudelijk leeg en vooral op macht en publieke communicatie te berusten. Ook dat lijkt nog steeds wenselijk. Radboud, dit is echt een felicitatie waard; verpleegkundigen en verzorgenden IG, na “onder de Bogen” blijf in Nederland extra voorbeeldig!