Opnieuw heeft een rechtbank het CZ Zorgkantoor teruggefloten om de hoge eisen die de zorgverzekeraar aan zorgaanbieders stelt. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een groep van zes zorgaanbieders vorige week gelijk gegeven in een conflict over de Zorgbrede Goveranance Code.
Thuiszorgaanbieder Laurens, Stichting Valkenhof, het Mr. L.E. Visserhuis, verpleegzorgorganisatie Land van Horne, Stichting Sint Anna Klooster en Stichting Joods Bejaardencentrum Den Haag, waren naar de rechter gestapt omdat zij onvoldoende tijd kregen om hun statuten aan te passen aan extra eisen van CZ. Volgens de rechtbank mag de zorgverzekeraar weliswaar extra eisen aan de statuten van zorgaanbieders stellen, maar moeten de zorgorganisaties wel voldoende tijd krijgen om hieraan te voldoen. Dat was in dit geval niet zo, aldus de rechtbank.
Bovendien mocht CZ de zorgaanbieders, na het aanpassen van hun statuten, niet alsnog straffen door ze een eenjarig contract aan te bieden in plaats van een tweejarig contract. Tot slot mocht CZ een tariefopslag van maximaal 3 procent, waarvoor een instelling in aanmerking had kunnen komen, niet beperken tot 90 procent van dit bedrag.
Discriminatoir
Laurens, de grootste van de klagende partijen, is blij met het vonnis, maar is toch van mening dat CZ wel degelijk te ver gaat met de eisen aan statuten. “Wij vinden het best als het zorgkantoor ons beoordeelt op de uitkomsten van de governance, maar wij vinden het buiten de rol van het zorgkantoor liggen dat zij ons voorschrijven hoe onze statuten er uit moeten zien”, zegt een woordvoerster van de thuiszorgorganisatie.
“Onze twee bezwaren waren dat de inkoopeisen niet redelijk zijn in licht van de doelstellingen van het zorgkantoor en dat het discriminatoir is dat de datum van het aanpassen van de statuten in 2015 aanleiding is voor andere contractvoorwaarden, terwijl het gaat om inkoopvoorwaarden voor 2016”, aldus de woordvoerster van Laurens.
Geen aanpassing
CZ Zorgkantoor laat weten uitvoering te zullen geven aan het vonnis. “Dit betekent dat deze vijf zorgaanbieders alsnog een tweejarige overeenkomst krijgen en dat de 10 procent van de tariefopslag niet pas achteraf toegekend wordt”, stelt een woordvoerster.
Dit geldt alleen voor de partijen die hebben geprocedeerd. De zorgverzekeraar zal zijn beleid niet verder aanpassen. “CZ Zorgkantoor heeft geconstateerd dat de door haar gecontracteerde zorgaanbieders allen in staat zijn gebleken binnen de door haar gegeven termijn de statuten aan te passen conform de voorwaarden in de tweede inkoopronde”, aldus de woordvoerster.
Schorsing
Het zorgkantoor heeft zijn beleid wel aangepast na een eerdere uitspraak. HPV Thuiszorg kreeg in mei 2015 gelijk van de rechter, toen de organisatie zich beklaagde over de extra eisen van CZ. Dat ging toen over de vraag of zorgaanbieders bepalingen in hun statuten moeten opnemen over de schorsing van leden van de raad van toezicht. Die waren niet nodig als er al een bepaling was opgenomen over ontslag.