Op 14 januari vond in de rechtbank van Den Haag het kort geding plaats dat Fivoor, Arkin en de Forensische Zorgspecialisten hadden aangespannen tegen tariefkortingen van de DJI, onderdeel van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De aanbieders stelden dat kwaliteit en veiligheid van hun forensische zorg niet langer kon worden gewaarborgd met de door de DJI gekorte tarieven. Vijf andere organisaties sloten zich bij het kort geding aan: Dichterbij, Reinier van Arkel, GGzE, Trajectum en GGNet. De rechter stelt nu dat de DJI onvoldoende onderbouwt dat de kortingen leiden tot reële tarieven.
Ambulante zorg
Volgens de rechter heeft de DJI het invoeren van generieke kortingen op ambulante tarieven onvoldoende gemotiveerd. De rechter stelt dat ze in het kort geding niet kan beoordelen of deze kortingen wel of niet in stand kunnen worden gehouden. Zolang de DJI niet nader motiveert dat een korting op de ambulante tarieven tot een reëel tarief leidt, stelt de rechter dat de DJI niet gerechtigd is de korting toe te passen.
Geïntegreerd maximumdagtarief
De DJI heeft volgens de rechter in strijd gehandeld met het proportionaliteits- en gelijkheidsbeginsel, door geïntegreerde maximumdagprijzen in te voeren. Afgelopen jaar bestond al een maximale dagprijs voor verblijf in tbs-klinieken, waardoor volgens aanbieder Fivoor gewerkt moest worden onder kostprijs. Zonder dat verder te evalueren of met het veld te bespreken, heeft de DJI dit verder ingevoerd in de combinatie van verblijf, dagbesteding én behandeling. Volgens de rechter is ook hiervoor onvoldoende motivering aangedragen. De rechter bepaalt dat het geïntegreerde maximumdagtarief vooralsnog niet door DJI mag worden gehanteerd.
Max-maxtarief
Verder stelt de uitspraak dat de DJI een beroep dient te doen op de max-maxtarieven als er sprake is van bijzondere zorgzwaarte. De NZa heeft een max-maxtarief vastgelegd, dat geldt sinds 1 januari 2020. Met dit tarief kan een inkoper, in dit geval de DJI, 10 procent boven de NZa-tarieven zorg inkopen. Middels een aanwijzing stelde de NZa al eerder dat er winst te boeken is als inkoper DJI en de aanbieders hierover met elkaar in gesprek gaan.
Sector onder druk
De tariefkortingen van de DJI volgden op een verlaging van tarieven voor forensische zorg, vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Die tarieven daalden met 2,1 procent op klinische zorg en met 5,5 procent op ambulante zorg. Hierover lopen al bezwaarprocedures bij de NZa. Volgens de advocaten van de aanbieders lopen de tariefkortingen van de DJI op tot nog eens 3,4 procent. Dit zou volgens de aanbieders gaan leiden tot opnamestops, afbouw van de zwaardere zorg en onveilige situaties, zowel binnen de klinieken als daarbuiten. De aanbieders stelden tijdens het kort geding dat met name voor de zwaarste vormen van forensische zorg de tarieven niet dekkend zijn. Het voortbestaan van forensische ambulante zorg zou zelfs in zijn geheel in het geding komen.
Reacties
De woordvoerder van De Forensische Zorgspecialisten, waar De Waag en de Van der Hoeven Kliniek onder vallen, geeft aan dat de organisatie verheugd is over het begrip dat de rechter heeft getoond voor hun standpunt. De aanbieder gaat graag in gesprek met het ministerie van Justitie en Veiligheid over de tarieven: “Wij hebben er vertrouwen in dat deze gesprekken een goede uitkomst zullen opleveren”.
GGZ Nederland laat op haar website weten blij te zijn met de uitspraak van de rechter en voelt zich gesteund in haar bezwaren tegen de door de DJI gehanteerde inkoopprocedure en vastgestelde tarieven. Ze verwacht van de minister dat hij met de zorgaanbieders in gesprek gaat over een passende vergoeding.