De rechtszaak die de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) en een klant van VGZ tegen de zorgverzekeraar wilden aanspannen, gaat niet door. De partijen zijn samen tot een oplossing gekomen, laat ONT weten.
De ONT en de VGZ-klant wilden de zorgverzekeraar voor de rechter dagen omdat die weigerde behandelingen van een tandprotheticus te vergoeden. De partijen zijn nu overeengekomen dat de klant de zorg alsnog vergoed krijgt. Ook mogen tandprothetici op verwijzing van een tandarts of implantoloog deze zorg alsnog zelfstandig aanvragen en declareren. Met de uitkomst van het gesprek is de rechtszaak van de baan.
Marnix de Romph, directeur van de ONT, laat weten blij te zijn met de uitkomst. “Hiermee blijft de toegankelijkheid van deze zorg voor de meest kwetsbare groep gewaarborgd. De cliënt is de grote winnaar want die kan de zorgverlener waar hij het meest vertrouwen in heeft het gebit laten maken. Dit doet bovendien recht aan de wettelijke bevoegdheid van de tandprotheticus. In deze casus heeft de tandprotheticus zich aan alle spelregels gehouden. VGZ doet dat nu ook en dat waarderen we.”
Misverstand
“We betreuren het dat de eerdere communicatie vanuit VGZ tot een misverstand heeft geleid”, reageert VGZ. “Dat een tandprotheticus een gebitsprothese mag maken is voor ons nooit een punt van twijfel geweest. De gebitsprothese op implantaten wordt, ook als deze gemaakt wordt door een tandprotheticus, vergoed mits er een verwijzing van de tandarts is. We zijn blij dat we een constructief gesprek met de ONT hebben gehad en tot een oplossing zijn gekomen.”
De partijen hebben afgesproken voor het zorginkoopbeleid 2019 intensief met elkaar te gaan overleggen.