Gemeenten mogen niet zonder pardon korten op de huishoudelijke hulp. Zo veel is wel duidelijk na de rechtszaken die hierover de afgelopen maanden zijn gevoerd. Maar wat betekenen de uitspraken van rechters verder voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)?
In de gemeente Montferland krijgen twee cliënten deze week hun hulp in de huishouding terug, nadat ze naar de rechter zijn gestapt. De gemeente had hen onterecht ieder 2,5 uur hulp afgenomen, zo oordeelde de rechtbank in Arnhem.
De gemeente had juist als bezuinigingsmaatregel doorgevoerd dat de eerste drie uur huishoudelijke hulp door de cliënt zelf moeten worden georganiseerd, tenzij die er fysiek of financieel niet toe in staat is. Nu moet de gemeente op zoek naar een andere oplossing.
Meer rechtszaken
Ouderen zouden volgens het huidige kabinet zo lang mogelijk thuis moeten wonen. Volgens de Wmo moet de gemeente hiervoor zorgdragen. De gemeenten hebben deze zorgtaak, en de bezuiniging waartoe deze moet leiden, op zeer uiteenlopende manieren ingevuld.
De gemeente Montferland zegt nu met de uitspraak van de rechter aan de slag te gaan. “De rechter vindt dat er niet alleen naar de fysieke en financiële mogelijkheden van de cliënt moet worden gekeken”, zegt woordvoerder Jan Wiggers van de gemeente. “Er moet naar het totaal plaatje gekeken worden. Dus ook, bijvoorbeeld, naar de sociale omstandigheden. We bezuinigen liever helemaal niet, maar we gaan nu kijken hoe we het anders kunnen doen.”
De gemeente gaat te rade bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). “We hebben vandaag om advies gevraagd”, zegt Wiggers, die verwacht dat er in het land nog meer soortgelijke zaken voor de rechter zullen worden gebracht. “De VNG kan dan overzien: hoe doen andere gemeenten het? Hoe oordeelt de rechter in andere zaken?”
Half miljoen euro
Ook in Utrecht kregen twee gedupeerden deels gelijk van de rechter. Het nieuwe beleid van de gemeente Utrecht was weliswaar redelijk, maar in het geval van de twee personen die naar de rechter stapten moet meer onderzoek worden gedaan naar hun situatie. Het hoogbejaarde echtpaar kreeg voorheen 5,5 uur hulp in de week, op 1 januari 2015 bleef daar maar 1,5 uur van over, de standaard die Utrecht instelde.
De gemeente ziet in de uitspraak een bevestiging dat ze op de goede weg zit. “Het beleid blijft overeind”, zegt woordvoerster Judith van der Goes. “In de gevallen die voor de rechter zijn geweest komt er een extra onderzoek.”
Toch wil de gemeente het oor ook bij de stad te luisteren leggen. Een maand geleden kondigde wethouder Margriet Jongerius aan dat er een team van huishoudcoaches komt. “Die moeten cliënten leren om te gaan met minder uren hulp in de huishouding”, zegt woordvoerder Van der Goes. “Het team zal ongeveer een half jaar actief zijn. Dit zal zo’n half miljoen euro kosten. Daarna wordt deze taak weer bij de buurtdiensten gelegd. Daar kunnen buurtbewoners altijd terecht.”
Tot slot vraagt de gemeente ook aan huishoudelijke hulpen om het gesprek met hun cliënten aan te gaan. “We vragen ze om samen met hun cliënten een zorgplan op te stellen en dat naar ons terug te koppelen”, aldus Van der Goes.
‘Wie piept, krijgt extra’s’
Voor advocaat Petra Staal is het onvoldoende. Zij stond de cliënten bij in de zaak tegen de gemeente Utrecht en gaat in hoger beroep tegen de uitspraak.
“Volgens de rechter is het mogelijk om een huis schoon te maken in anderhalf uur”, zegt de advocaat. “Maar dat is alleen gebaseerd op het feit dat er aanbieders zijn die dat hebben beloofd. Dat zegt vooral iets over het aanbestedingsproces in Utrecht. Als je het niet in anderhalf uur kunt, doe je daarin al niet mee.”
Volgens Staal geven ook aanbieders van huishoudelijke hulp toe dat het in de praktijk niet is bewezen dat een huis in anderhalf uur schoon kan zijn. Daarvoor bestaat de maatregel nog te kort.
Met het beroep hoopt Staal te bereiken dat er zorgvuldiger naar aanvrager voor huishoudelijke hulp wordt gekeken. “Dat er bezuinigd moet worden is duidelijk”, zegt de raadsvrouw. “De Wmo geeft de gemeenten de opdracht om dit te organiseren. Sterker, de gemeente Utrecht geeft zich in de eigen richtlijnen zelf ook deze opdracht. Op basis van zorgvuldig onderzoek zou een voorziening op maat moeten worden geleverd. Dat kan betekenen dat er meer of minder huishoudelijke hulp wordt vergoed. Het moet niet betekenen dat iedereen wordt gekort, maar dat alleen degene die piept, iets extra’s krijgt.”
Maatwerk
Ouderenbond ANBO vindt ‘zorg op maat’ een goed uitgangspunt voor de Wmo. “Maar de uitvoering door de gemeenten laat te wensen over”, zegt woordvoerster Manon Huisman. “In Utrecht is al in veel gevallen bezwaar ingediend. Nu zullen naar verwachting nog meer mensen dat overwegen. Dat levert de gemeente veel meer werk op.”
“Het zou de gemeenten sieren om alsnog met alle aanvragers persoonlijk in gesprek te gaan een samen tot een oplossing te komen”, vervolgt Huisman. “Dan zal blijken dat de ene cliënt een beter sociaal vangnet heeft dan de andere. Aan de ene zullen minder uren worden toegekend dan aan de ander. Uiteindelijk ben je evenveel uren kwijt en kom je ook aan je bezuiniging. Iedereen korten is wel heel makkelijk.”
Vakbond FNV Zorg en Welzijn ziet zich door de gerechtelijk uitspraken gesterkt in zijn protest tegen de maatregelen in sommige gemeenten. “Wat in Dantumadeel, Montferland en Utrecht geldt, geldt overal. Geld dat gemeenten voor zorg hebben, moeten ze aan zorg besteden. En ze moeten zeker niet zomaar aan mensen per brief laten weten dat ze zijn gekort op hun hulp”, aldus een woordvoerster.