Haar opdracht is niet mals: het UMC Utrecht verwacht dat de nieuwe voorzitter inzet op patiëntgerichtheid, meer samenwerking op regionaal, landelijk en internationaal niveau en goed functionerende teams waarin diversiteit, gelijkwaardigheid en veilig werken voorop staan. In een snel en sterk veranderend zorglandschap vraagt dat om stevige innovatie en transformatie. “‘”Leiderschap in zo’n dynamisch veld vraagt om ‘zachte’ competenties als compassie en verbinden. En op persoonlijk niveau om moed, maar vooral om een combinatie van zelfbewustzijn en bescheidenheid.”
Luisteren en voelen
Daarmee bedoelt Hilders: de bescheidenheid om te luisteren en de moed om te voelen. Zo begon ze haar bestuursvoorzitterschap in september 2024 door overal in het ziekenhuis in gesprek te gaan met medewerkers. “Mijn opdracht is om de koers uit te zetten, mensen te inspireren en te zorgen dat werken weer energie geeft – nu is de werkdruk hoog en verlaten veel zorgmedewerkers het vak. Maar je kunt pas iets neerzetten als je aansluit bij de kernwaarden van een organisatie. Daarom wilde ik eerst weten: wie is het UMC Utrecht, wat is ons verhaal?”
Gedag zeggen
Al snel ontdekte Hilders een gemene deler. “Van de magazijnmedewerker tot de neurochirurg: iedereen heeft het gevoel bij te dragen aan de patiëntenzorg. Dat is ook zo; de neurochirurg kan niet zonder de spullen uit het magazijn. Als leider wil ik laten zien dat we iedereen nodig hebben en we complementair zijn aan elkaar. Mijn taak is om dat te entameren. Ik zeg bijvoorbeeld vaak: begin eens met elkaar gedag te zeggen in de gang, zodat je elkaar bewust ziet als collega’s, als team. Maar het zit bijvoorbeeld ook in het opzetten van programma’s die het mogelijk maken om de kernwaarden van de organisatie over te brengen op medewerkers.”
Even stilstaan
Tot slot: hoe gaat ze om met eigen twijfels en onzekerheden? “Een leider heeft naast bescheidenheid ook zelfbewustzijn nodig”, is de overtuiging van Carina Hilders. “Dat bouw je op door persoonlijke ontwikkeling. Zo sta ik elke dag voor 6 uur op en neem dan de tijd voor meditatie, yoga en rennen. Daarnaast reflecteer ik elke dag op mezelf. Op de fiets naar huis denk ik na over wat wel en niet goed ging, waar ik wel of geen energie van kreeg en wat wel of niet goed voelde. Dit helpt me om te ontdekken wie ik ben, waardoor ik bewust kan acteren in nieuwe of spannende situaties. Ook – of juist – als ik het heel druk heb.”
Tekst: Naomi van Esschoten