In het concept regeerakkoord wordt in totaal voor vijf miljard euro bezuinigd op de zorg. De financiering van de zorg wordt grotendeels inkomensafhankelijk en een aantal onderdelen van de zorg wordt bij een ander stelsel ondergebracht. De AWBZ in de huidige vorm houdt op te bestaan en wordt vervangen door een soort romp-AWBZ. Wel komt er extra geld vrij voor zorg in de buurt. Dat zijn de belangrijkste afspraken die de VVD en de PvdA overeen zijn gekomen.
De zorg is de grootste bezuinigingspost voor het kabinet Rutte II. In 2014 wordt er al 370 miljoen euro bezuinigd. In 2017 loopt dit op naar een structurele bezuiniging van 5,7 miljard euro.
Premie
Voor de patiënt is de belangrijkste verandering dat de bijdrage voor de zorg inkomensafhankelijk wordt. De zorgtoeslag gaat verdwijnen, maar daarvoor in de plaats komt zowel een inkomensafhankelijk eigen risico als een inkomensafhankelijke premie. De nominale premie gaat 400 euro bedragen in 2017 en vanaf dan blijft de verhouding tussen het inkomensafhankelijke deel en het nominale deel van de zorgpremie hetzelfde.
Sleutelpositie
De zorgverzekeraars blijven een sleutelpositie innemen in de financiering van de zorg. Het bestaande hoofdlijnenakkoord wordt na 2014 voortgezet, zij het dat de groei van de zorgkosten verder gedrukt wordt tot maximaal 2 procent per jaar. Zorgkosten van huisartsen mogen per jaar met maximaal 2,5 procent groeien. Er wordt gekeken of de Nederlandse Zorgautoriteit vooraf kan toetsen of “het door verzekeraars gecontracteerde volume past binnen het begrotingskader zorg.”
De hoogcomplexe curatieve zorg wordt verder gecentraliseerd. Hierdoor ontstaat een hogere kwaliteit van zorg tegen lagere kosten. Ook gaat er een verdere concentratie plaatsvinden van acute zorg. De minder complexe zorg wordt juist gedecentraliseerd.
Acute zorg
De Spoedeisende hulpposten (SEH) worden geïntegreerd met de huisartsenposten (HAP). Mensen die zich bij een spoedeisende hulp melden zonder verwijzing van de huisarts, gaan een eigen bijdrage betalen van 50 euro. Uiteindelijk gaan de SEH en HAP samen met de huisarts onder één beloningssysteem vallen. Hierdoor wordt bevorderd dat de patiënt langer binnen de eerstelijns- en anderhalvelijnszorg behandeld wordt.
Kwaliteit
Het kwaliteitsinstituut krijgt een grote rol in het beschikbaar en inzichtelijk maken van kwaliteitsinformatie. Het instituut krijgt ‘doorzettingsmacht’ om de voortgang in het beschikbaar krijgen van kwaliteitsinformatie te bewaken. Aanbieders worden verplicht om informatie te geven over de kwaliteit van de geleverde zorg. Hiermee wordt een volgende stap gezet in een financiering die op resultaat gericht is. “Het gros van deze informatie (…) bestaat reeds, maar moet nog ontsloten worden,” zo staat in het concept regeerakkoord te lezen.
AWBZ
De AWBZ zoals we die nu kennen wordt vervangen door een landelijke voorziening voor intramurale ouderen en gehandicapten met een zorgzwaartepakket 5 indicatie (ZZP 5). Dit wordt landelijk georganiseerd en een persoonsgebonden budget en zorg in natura behoren tot de plannen.
De ggz gaat vanaf 2017 in zijn geheel onder de zorgverzekeringswet vallen. Er gaan een procentueel gelijke eigen bijdrage komen voor eerste- en tweedelijns geestelijke gezondheidszorg. Hierdoor zal de eigen bijdrage in de eerstelijns zorg lager worden.
Zorg in de buurt
Vanaf 2015 komen er extra wijkverpleegkundigen. Dit wordt bekostigd met geld dat beschikbaar komt uit de tweedelijn. Tot en met 2017 wordt hier minimaal 250 miljoen in geïnvesteerd. De extramurale verpleging wordt per 2017 uit de AWBZ gehaald en valt vanaf dan onder de zorgverzekeringswet. Deze plannen sluiten aan bij de onlangs gepresenteerde Agenda voor de Zorg.
Gemeenten worden via de WMO geheel verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging. De dienstverlening wordt versoberd en er wordt scherper gekeken naar wie de zorg echt hard nodig heeft. Hiervoor komt 750 miljoen euro beschikbaar.
Download het regeerakkoord hier (PDF). De zorgparagraaf staat op pagina 21 t/m 26.