Dat is een van de aanbevelingen uit de derde rapportage van de commissie Werken in de Zorg, dat de bewindslieden van VWS naar de Kamer sturen.
Hoewel kleine successen op vooral regionaal niveau worden geboekt, vraagt het arbeidsmarkt vraagstuk om meer, stelt de commissie Werken in de Zorg. “Het gat tussen het aantal beschikbare en het aantal benodigde zorgprofessionals kan echter, zeker in de toekomst, alleen structureel gedicht worden door fundamenteel anders te gaan werken en anders te gaan denken over wat zorg, wat welzijn, wat preventie is”, schrijft Terpstra namens de commissie.
Regionale samenwerkingsverbanden krijgen het advies om zich, naast behoud van personeel, ook ter richten op sociale en technologisch innovatie. De commissie adviseert regionale visies op het gebied van innovatie te ontwikkelen, uitgewerkt in een concrete innovatieagenda.
Oude dag
Volgens Terpstra is het wel nodig dat een landelijk overall visie komt op de wat verder weg liggende toekomst van zorg en welzijn. Daarbij is een hoofdrol weggelegd voor VWS. “De commissie adviseert de bewindslieden dringend om een maatschappijbrede dialoog te initiëren over de vraag hoe mensen zichzelf voorbereiden op de oude dag en op eerdere momenten van behoefte aan zorg of ondersteuning”, schrijft Terpstra. “Dit zou moeten resulteren in een richtinggevende visie van Nederlanders op ‘Zorg en Welzijn 2030′ in de toekomst.”
Verder vindt de commissie het belangrijk dat de bewindslieden van VWS een landelijke innovatieagenda formuleren. Die landelijke innovatieagenda moet bestaan uit regelgeving die regionale samenwerking en innovatie stimuleert. Tegelijkertijd moet zo’n landelijke agenda voorkomen dat de regio’s worden overspoeld door een veelheid aan initiatieven, zonder veel bestuurlijke samenhang.
Bovenal moet een overall visie van VWS de regio’s helpen om barrières te slechten die samenwerking en innovatie op dit moment bemoeilijken, aldus de commissie Werken in de Zorg.
Zorgthuisnl
Het is daarom goed dat afgelopen week de partijen die in 2017 het actieprogramma Arbeidsmarktagenda 2023 (Aan het werk voort ouderen) de stand van zaken hebben besproken en dezelfde zorgen uit die de commissie Terpstra nu afgeeft. En daarbij kijken wij niet alleen naar de regierol van het ministerie en de minister, maar ook naar de verantwoordelijkheid van de financiers van zorg; respectievelijk Zorgverzekeraars, Gemeenten en Zorgkantoren. Die financiers hebben – ook al vinden ze dat daarvoor bij hen geen verantwoordelijkheid ligt – de sleutel in handen. Voor concurrerende arbeidsvoorwaarden en de inzet van meer mensen op diensten met hoge werkdruk, maar ook voor investeren in innovatie en ict zoals telecare. Daaraan ontbreekt het momenteel!
hmcmanagement
Het tekort aan zorgaanbod/zorgaanbieders in het Randland (krimpgebieden en dergelijke) kan niet alleen door deze aanpak van VWS en trawanten worden opgelost. Daarvoor is nodig dat zorgverleners zich buiten de Randstad willen vestigen en daar willen werken. Allerlei
instanties pakken momenteel een deel van de totale oplossing aan en de minister van BZK fungeert min of meer als coördinator. Maar al met al schiet het niet op zolang het Kabinet niet bereid is om in een integrale aanpak te investeren à la het Grote Stedenbeleid. Tot nu toe blijft het bij goede lokale/regionale voorbeelden zoals het anderhalvelijns centrum in Coevorden (goede OV verbinding met Zwolle en Emmen) en vastgoedconcepten als dat van Cofinimmo (communityconcept of zorgcampus met verschillende functies op één plek). Voor het vereiste financieel-economische fundament is wel een marktomvang/verzorgingsgebied van tenminste 10.000 burgers/consumenten/verzekerden nodig. Een kerndorp van ca. 6.000 inwoners plus zo’n 4.000 inwoners in kleinere dorpen volstaat mits voorzien van en goede vervoersinfrastructuur.