Beeld: Dilen_ua/Getty Images/iStock
Dit constateert de Algemene Rekenkamer in haar jaarlijkse analyse van de begrotingen van de ministeries. VWS heeft al jaren te maken met grove onvolkomenheden in het financieel beheer. “Het is nodig dat de minister hier verbeteringen in doorvoert”, schrijft de Rekenkamer.
De rekenmeesters zien wel verbetering. Zo was het laatste jaarverslag voor het eerst sinds drie jaar op tijd klaar. Maar de Rekenkamer hamert erop de aandacht niet te laten verslappen. “Het blijft noodzakelijk dat de minister doorpakt en tempo houdt, bijvoorbeeld bij de nieuwe manier waarop de financiële taken en verantwoordelijkheden belegd zijn.”
Falend beleid zorgfraude
De Rekenkamer wijst onder meer op het al jaren falende beleid om zorgfraude te bestrijden. Ondanks een rapport uit 2022 van de Rekenkamer heeft ze “aanwijzingen dat verbeteringen lang op zich laten wachten”. Ook delen de betrokken instanties minder signalen van zorgfraude met elkaar, onder meer omdat ze de AVG “scherper interpreteren”. Er is ook nog geen waarschuwingsregister.
De Rekenkamer is kritisch op de trage voortgang van het jeugdbeschermingsbeleid. Vorig jaar gaf VWS aan dat het een eerdere aanbeveling zou verkennen. “Meer dan een jaar na ons rapport zijn de bewindspersonen nog steeds aan het verkennen. Hun verkenning noemden we in ons nawoord van het rapport al weinig voortvarend. Het is belangrijk dat het nieuwe kabinet stappen zet, want het gaat nog altijd niet goed in de jeugdbescherming”, aldus de Rekenkamer.
Duidelijke doelstellingen AI
De Rekenkamer prijst de “duidelijke doelstellingen” van minister Fleur Agema om de bureaucratie uiterlijk in 2030 te halveren, onder meer met inzet van generatieve kunstmatige intelligentie (AI). “Dit is specifiek, meetbaar en tijdgebonden en dus is deze doelstelling goed navolgbaar voor de Tweede Kamer.” Wel moeten de plannen worden uitgewerkt, benadrukt de Rekenkamer.
Kritisch is de Rekenkamer over de versnelling van de digitalisering in de wijkverpleging, onder meer door leefstijlmonitoring, medicijndispensers en zorgtablets. Hiervoor wordt geld beschikbaar gesteld door VWS, maar de doelstelling is “niet specifiek en meetbaar geformuleerd en daardoor niet goed navolgbaar voor de Tweede Kamer en burgers.”
Verwachting IZA niet hoog
De Rekenkamer verwacht niet veel van het Integraal Zorgakkoord en verwijst naar de twee eerdere akkoorden op dit terrein. “Het is daarom van groot belang dat de 2,8 miljard euro aan IZA-transformatiemiddelen leiden tot een duurzame transformatie, zodat de zorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk blijft, ook wanneer deze transformatiemiddelen zijn uitgeput.” De Rekenkamer steunt de reeks evaluaties binnen het IZA-traject.
Ten slotte wijst de Rekenkamer op de tachtig evaluaties en monitors van VWS. Die meten niet allemaal het effect van beleid. Zo heeft het IZA input-, output- en outcome-monitors, maar toont de outcome-monitor alleen hoe gezond Nederlanders zijn. Of het beleid mensen gezonder maakt, staat er niet bij. “Ook de output-indicatoren uit het IZA zijn niet altijd voldoende om te kunnen achterhalen of het beleid het doel dichterbij brengt. We vermoeden dat VWS tot nu toe slechts in beperkte mate informatie heeft verzameld over doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid.”