Religie speelt een grote rol bij het al dan niet af willen staan van organen na de dood. Zo’n 6 op de 10 Nederlanders zonder religieuze overtuiging is bereid organen te doneren na de dood.
Bij moslims is dit slechts 27 procent, terwijl bij overige religieuze groeperingen het aantal gemiddeld rond de 50 procent ligt. Gereformeerden staan er bijvoorbeeld iets positiever tegenover dan Nederlands hervormden. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Organen afstaan en ontvangen
Gemiddeld geeft ruim de helft van de volwassen Nederlanders aan hun organen af te willen staan na overlijden. Meer mensen, namelijk bijna twee derde, zou graag een orgaan ontvangen als dit nodig is. Een op de 20 wil nooit een orgaan van een ander ontvangen, 10 procent zou nooit een orgaan willen afstaan.
Leeftijd
Leeftijd speelt nauwelijks een rol bij de bereidheid om een orgaan af te staan. Qua ontvangen zijn de verschillen wel groot. Ongeveer 70 procent van de mensen onder de 45 jaar staat positief tegenover het ontvangen van organen, tegenover iets meer dan 40 procent van de 75-plussers.
Europa
Nederland scoort Europees gezien laag als het gaat om aantal donoren, zo bleek vorig jaar uit cijfers van Eurotransplant. Per miljoen inwoners zijn gemiddeld 13 donoren. Op dit moment staan 3,1 miljoen Nederlanders geregistreerd als donor. Maar desondanks zijn er vorig jaar in Nederland 140 mensen overleden omdat ze niet op tijd een donororgaan kregen. De gemiddelde wachttijd voor een nier is 4,5 jaar. Voor andere organen is dat gemiddeld 1 jaar. (ANP)