In het kader van de acute coronazorg liggen er momenteel al enkele tientallen COVID-19-patiënten in verschillende revalidatiecentra. De verwachting is dat de echte piek van post-COVID-19 revalidanten zich in de maanden mei en juni aandient. “Zoals het zich nu laat aanzien kunnen we samen de toestroom aan”, zegt directeur Martijn Klem van Revalidatie Nederland (RN). “De behandelkaders liggen klaar en ook qua capaciteit zijn we er klaar voor. Tegelijkertijd is iedereen de afgelopen periode keer op keer verrast door de heftigheid van de coronacrisis. We houden zo goed mogelijk een vinger aan de pols, maar precieze cijfers zijn er niet. Nu pas stromen de eerste patiënten door. Sommigen kunnen snel naar huis, maar naarmate patiënten langer in het ziekenhuis verblijven moeten ze naderhand langer revalideren, dus dat betekent wat voor je capaciteit.”
Scenario’s
“In Zuid-Holland verwachten we in het gunstigste scenario 75 patiënten en in het meest ongunstige gaan we richting de 150 patiënten”, zegt bestuursvoorzitter Willem Wiegersma van Basalt. “Als je bedenkt dat wij een klinische capaciteit hebben van om en nabij de 150 bedden, dan gaat het in dat geval piepen en kraken.” Wiegersma wijst er op dat deze getallen maar het halve verhaal vertellen. Een lagere of hogere sterfte in het ziekenhuis of een langere of kortere ligduur op de IC, het zijn evenzovele factoren die “een gigantisch verschil” uitmaken voor de bezetting in de revalidatiecentra. “Dat maakt die capaciteitsberekening voor ons zo lastig”, zegt Wiegersma.
Landelijke aandacht
“Ik vind dat daar in het verlengde van de discussie over de IC-capaciteit landelijk wat meer aandacht voor mag komen. Als je mensen met heel veel apparatuur, mankracht een professionaliteit het leven redt, moet je wel zorgen dat ze daarna weer een leven kunnen oppakken. Om dat treintje goed te laten rijden is het van groot belang dat revalidatieartsen zo vroeg mogelijk bij COVID-zorg betrokken worden.”
Wat Klem betreft heeft de situatie zich ten goede ontwikkeld. “In het begin moesten we duidelijk maken: wij zijn óók ziekenhuizen, hier zijn wij goed in, dus neem ons mee. Inmiddels zijn de revalidatiecentra bij alle acute zorgnetwerken aangehaakt en draaien de revalidatieartsen mee in de richtlijnontwikkeling voor zorg na COVID.”
Omstandigheden
Basalt kan qua capaciteit voorlopig vooruit, maar dat is ten dele te danken aan toevallige omstandigheden. “De helft van de zorg die Basalt levert is kinderrevalidatie. Die is gekoppeld aan de scholen. Doordat dat traject is stil komen te liggen, hebben we het personeel kunnen inzetten voor COVID-zorg. De vraag is wel hoe lang dat kan. Als de scholen weer opstarten kunnen we knelpunten ervaren.”
Iets soortgelijks geldt voor de reguliere revalidatiezorg voor volwassenen. Doordat cardiologen en neurologen als gevolg van de coronacrisis drastisch minder patiënten zijn gaan zien, zijn er ook nauwelijks doorverwijzingen naar de revalidatiecentra. “Ook dat geeft meer lucht om COVID-patiënten op te vangen”, stelt Wiegersma.
Speciaal revalidatieprogramma
Basalt heeft die ruimte onder meer benut om een speciaal revalidatieprogramma te ontwikkelen voor COVID-patiënten die nog besmettelijk zijn. “Wij denken: hoe eerder hoe beter”, motiveert Wiegersma het programma. “In een week tijd hebben we al 17 patiënten opgenomen, dat is boven verwachting.”
Klem verwacht dat ook de andere revalidatiecentra zich in dit opzicht niet onbetuigd zullen laten. “Misschien is er nog geen medische richtlijn voor post-COVID-patiënten op basis van wetenschappelijk evidence, want die is er gewoon nog niet. Maar wij zijn gewend om het totale plaatje aan te pakken van somatische klachten als spierverlies, longproblemen en onderliggend lijden tot de verwerking van traumatische ervaringen en hoe de familie daarbij te betrekken.”