Omikron leidt dus al met al een halve dag sneller tot klachten. Die periode tussen de eerste ziektedag van de bron en de eerste ziektedag van de geïnfecteerde wordt het “serieel interval” genoemd. Die kan afwijken van de incubatietijd, want dat is de tijd die verstrijkt tussen het oplopen van het virus en het ontwikkelen van symptomen.
Ziekenhuisopnames
De RIVM-onderzoekers analyseerden gegevens over coronabesmettingen in december, toen zowel de omikronvariant als de deltavariant rondgingen. Ze keken specifiek naar besmettingen binnen huishoudens. Het kortere interval is een van de verklaringen voor het feit dat omikron in een hoger tempo rondgaat dan delta, schrijven de onderzoekers. Ze hebben hun resultaten nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, maar wel openbaar gemaakt op de zogeheten preprintserver MedRxiv. Eerdere onderzoeken maakten al duidelijk dat omikron beter in staat is de verdedigingslinie van het immuunsysteem te omzeilen dan zijn voorgangers en simpelweg besmettelijker is.
De mutaties die het virus heeft ondergaan, hebben ook iets positiefs opgeleverd voor mensen: besmettingen met omikron leiden minder vaak tot ziekenhuisopname dan de deltavariant. Het Outbreak Management Team (OMT) gaat op basis van internationale studies uit van een 40 tot 60 procent lager risico. Bovendien kunnen patiënten met omikron gemiddeld sneller het ziekenhuis weer verlaten. De kans dat iemand die met omikron is opgenomen op de intensive care belandt, wordt voorlopig zo’n 50 procent lager ingeschat. (ANP)