Dat zei RIVM-directeur Jaap van Dissel woensdag tijdens zijn wekelijkse briefing in de Tweede Kamer over de ontwikkelingen met het virus. “Het blijft een schatting want het is niet gebeurd.” In de laatste twee weken van maart steeg het aantal coronapatiënten op de intensive care snel en fors. Daarop hebben ziekenhuizen met grote spoed het aantal ic-plekken ruim kunnen verdubbelen naar 2400, begin april, waarvan er 1900 bestemd zijn voor coronapatiënten.
‘We zijn er nog lang niet’
In de tweede week van april tikte het aantal ic-patiënten met corona de 1400 aan. Maar in diezelfde week zette een langzame daling in. Dinsdag 21 april was dat aantal gezakt naar 1087. “Maar we zijn er nog lang niet”, zei Van Dissel. Hij verwacht dat begin mei ongeveer nog 700 coronapatiënten op de ic liggen.
Daling totale aantal patiënten
Inmiddels is in heel Nederland het aantal nieuwe ziekenhuisopnamen en het totale aantal patiënten gedaald. Ook in de meest getroffen provincies Noord-Brabant, Zuid-Holland, Limburg en Noord-Holland is het aantal opnamen in het ziekenhuis sinds medio maart gestaag gedaald, is te zien op grafieken. In het noorden van Nederland en Zeeland is er amper sprake van patiënten.
Onderraportage
Ook zei Van Dissel dat de besmettingsgraad waarschijnlijk op 0,8 blijft hangen. Het is belangrijk dat dit cijfer onder de 1 is, wat sinds medio maart het geval is. “Dat cijfer betekent dat één besmet persoon gemiddeld één ander besmet. Als je hier onder zit, zal de uitbraak langzaam uitdoven.” Uiteindelijk stopt hierdoor de verspreiding van het virus. Wel zei Van Dissel dat de onzekerheid over die 0,8 weer toeneemt. Er is volgens hem altijd sprake van onderrapportage, omdat niet alle besmettingsgevallen precies bekend zijn.
In het begin van de corona-uitbraak in Nederland in de eerste helft van maart lag de besmettingsgraad tussen de 2 en 2,5. In andere landen is de besmettingsgraad nog steeds zo hoog, bijvoorbeeld in Rusland. (ANP)