Vooral jongeren in de leeftijdsgroep van 12 tot en met 17 jaar bewegen te weinig. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld mensen met een laag opleidingsniveau en een laag inkomen, voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond en voor mensen uit de grote steden.
Doel 2040
De overheid wil dat in 2040 driekwart van de bevolking genoeg beweegt, maar dat doel is nog ver weg. Sinds 2001 schommelt het tussen de 40 en 50 procent. In 2020 kreeg 53 procent genoeg lichaamsbeweging, een jaar eerder 49 procent.
2,5 uur
De overheid adviseert volwassenen om elke week minstens 2,5 uur “matig intensief” te bewegen, bijvoorbeeld door te wandelen of te fietsen. Kinderen zouden dat elke dag minstens een uur moeten doen. Verder krijgen mensen het advies twee of drie keer in de week dingen te doen waar hun spieren en botten sterker van worden, zoals gewichtheffen, traplopen of dansen. Ook moeten mensen voorkomen dat ze veel stilzitten. Dat moet de druk op de gezondheidszorg helpen verminderen. (ANP)