Zodra er twee weken achter elkaar 21 meldingen of meer van het respiratoir syncytieel virus worden doorgegeven, is er volgens het RIVM sprake van een epidemie. De verschijnselen van het virus lijken op die van een verkoudheid. Bij baby’s en peuters kan het door een ontsteking van de kleine luchtwegen of een longontsteking voor grote benauwdheid zorgen. Het RIVM ziet dat het aantal opnames van kinderen met het virus in de ziekenhuizen stijgt. Bij verzwakte ouderen is het virus vaak de oorzaak van luchtweginfecties, maar bij beide groepen leidt het in Nederland zelden tot een overlijden.
Winter
Het virus komt normaal gesproken in de winter voor, tussen november en maart, en niet in de zomer. Het aantal meldingen op de top fluctueert de afgelopen jaren tussen de 70 en 200. Afgelopen winter kon het virus zich door de coronamaatregelen niet verspreiden, omdat mensen minder contact hadden met en afstand hielden tot anderen en scholen en kinderdagverblijven dicht waren. Met het versoepelen van de maatregelen krijgt het virus weer meer kans zich te verspreiden. In andere landen wordt hetzelfde beeld gezien.
Tempo
De epidemie is dus later dan normaal, maar verloopt wel in hetzelfde tempo als in de winter. Daarom heeft het RIVM-artsen ingelicht. “Doordat artsen in deze ongebruikelijke periode ook alert zijn gemaakt op het RS-virus, verwachten we extra overlijdens te voorkomen”, zegt RIVM-viroloog Adam Meijer tegen het Nederlands Dagblad.
Een besmetting met het RS-virus bij kinderen is volgens het RIVM moeilijk te voorkomen, maar vaak handen wassen en papieren zakdoekjes gebruiken, verkleint de kans.