colored child abacus on money fond
Medisch specialisten hebben met succes het vrij ondernemerschap en de WNT als wisselgeld gebruikt bij de onderhandelingen over het tweede hoofdlijnenakkoord rond kostenbeheersing in de curatieve zorg. In ruil voor hun steun aan de kabinetsplannen voor een maximale groei van 1 procent mochten de specialisten hun status als ondernemer behouden en konden ze buiten het bereik van de Wet Normering Topinkomens (WNT) blijven.
Dit komt naar voren uit het boek ‘De federatie: tussen scepsis en koestering’ van de hand van journalist Jan Tromp. In het relaas over de omvorming van de Orde van Medisch Specialisten tot Federatie Medisch Specialisten komen direct betrokkenen onder wie toenmalig topambtenaar Leon van Halder, oud-voorzitter van de Orde Willem van der Ham en Orde-bestuurder Janko de Jonge, uitgebreid aan het woord.
Prijs
“In de aanvankelijke plannen van het kabinet zouden ook de dokters vallen onder de Wet Normering Topinkomens, de WNT”, schrijft Tromp. “Het ministerie wilde heel sterk naar een beperking van de groei tot 1 procent. Dan zou men in drie jaar van zes naar één procent gaan – een wereldprestatie. Allicht moest daar een prijs voor worden betaald. Naast de handhaving van het vrije beroep werd dat de toezegging dat de dokters niet onder de WNT zouden vallen. Voor een belangrijk deel van de achterban van de Orde was het een heel belangrijke concessie.”
Hoge salarissen
Tegenover Tromp bagatelliseert toenmalig directeur-generaal Van Halder – tegenwoordig bestuursvoorzitter van Radboudumc – het belang van de toezegging aan de medisch specialisten. “Ik vond eigenlijk altijd al dat de dokters gewoon gelijk hebben. Die WNT is niet voor dokters bedoeld. Ik vind eerlijk gezegd hoge salarissen goed te verdedigen voor hooggekwalificeerde medische arbeid.”
Daarbij laat Van Halder doorschemeren dat VWS bij de onderhandelingen de troeven in handen had dankzij het afkalvende imago van medisch-specialisten bij politici en burgers en verdeeldheid binnen de Orde.
Prioriteit
Tezelfdertijd erkent Van Halder dat de Orde naar buiten toe een sterke en effectieve “vakbond” was, die regelmatig de loyaliteit van de patiënt als onderhandelingswapen wist te mobiliseren. “Dus we verloren de slag met regelmaat”, aldus Van Halder.
Ook blijkt uit Van Halders betoog dat het appaiseren van de medisch specialisten van meet af de belangrijkste tactische prioriteit van minister Schippers was. “Wij voelden de noodzaak om apart met de medisch specialisten te praten. Met hen stonden we te vaak voor de rechter, dat moest een keer ophouden”, aldus Van Halder tegenover Tromp. “Op de avond na de beëdiging van het nieuwe kabinet is er traditiegetrouw een borrel voor de pers met tv-interviews. De openingsvraag aan Edith was: wat gaat u als eerste doen? Haar antwoord luidde: “Vrede stichten met de medisch specialisten en kijken of we tot een akkoord kunnen komen.”
Deze vredespoging leidde tot het eerste hoofdlijnenakkoord dat voorzag in een maximale kostenstijging van 2,5 procent. Op de vraag waarom de dokters toen niet meteen in loondienst werden gedrongen, antwoordt van Halder: “Omdat het onderdeel was van de deal. We zouden het nog niet doen. Onze buit, om het zo te noemen was de beperking van de groei van 2,5 procent. Handhaving van het vrije beroep was hun grote winst.”
Persoonlijk idee
Tromps relaas is ook op andere punten onthullend. Opvallend is de wijze waarop oud-politicus Frank de Grave als nieuw boegbeeld van de Orde hoogstpersoonlijk werd binnengeloodst door scheidend voorzitter Willem van der Ham. De Grave was de eerste niet-dokter die deze functie zou vervullen.
“Het was een persoonlijk idee”, bekent Van der Ham. “Ik had heel goed in de gaten dat de grote strijd tussen de drie groepen, de snijders, de ondersteuners en de beschouwers niet vanzelf tot een oplossing zou komen. Er moest dus iemand worden gevonden die boven de groepen zou gaan staan en kon zeggen: luister, zo en zo gaan we het doen. “Ik kon dat niet. Ik werd gezien als behorend tot de strijdende partijen. Ik was niet bij machte. Ik kon niet met de vuist op tafel slaan.”
Kwaliteit
Door de OMS en 32 wetenschappelijke verenigingen samen te brengen heeft oud-politicus De Grave, die op 26 januari afscheid nam, een huzarenstukje geleverd. “De hoofdlijnakkoorden met de overheid en de zorgverzekeraars hebben een zekere rust gebracht aan het materiële front”, schrijft Tromp. “Dokters vallen tot vreugde van menig betrokkene niet onder de WNT, excessieve verschillen in inkomens zijn glad gestreken, de pensioencompensatie lijkt naar het voorbeeld van de academische ziekenhuizen ook in de algemene ziekenhuizen en de ggz geregeld te worden.” En anders dan voorheen gaan de discussies niet alleen meer over geld, maar ook nadrukkelijk over de inhoud van het vak en over de kwaliteit van de zorg.