De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving boog zich het afgelopen jaar al over de gevolgen van de coronapandemie en adviseerde meerdere keren het huidige kabinet. Met een nieuw kabinet in aantocht wil de Raad ook vooruitkijken. “De RVS gaat niet bij iedere verkiezingen een advies uitbrengen, maar de pandemie raakt zo aan de kern van wat wij doen”, zegt RVS-voorzitter Jet Bussemaker.
Veerkrachtige samenleving
Volgens de RVS is het cruciaal om te bouwen aan een veerkrachtige samenleving. Zo’n samenleving kan grote maatschappelijke vraagstukken in een respectvol debat bespreekbaar maken, kan klappen incasseren en daarna weer opveren. De groeiende gezondheidsverschillen in de samenleving ondermijnen deze veerkracht, zo waarschuwde de Raad al voor de coronacrisis. De klappen die corona uitdeelt, verzwakken de veerkracht nog meer, aldus de Raad. In zijn advies vraagt de Raad onder meer aandacht voor de positie van jongeren en gehandicapten.
Een grote opgave ligt in de financiële en organisatorische houdbaarheid van het zorgstelsel. Aanpassingen van dit stelsel zijn noodzakelijk. Toch wil de raad niet pleiten voor een nieuw stelsel. “Het is nu vijftien jaar sinds de laatste grote stelselwijziging, die tot de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wmo leidde. Je wil niet weer vijftien jaar bezig zijn met nieuwe wetten en regels”, zegt Bussemaker. “Je wil wel het stelsel op punten aanpassen, zodat het beter werkt en samenwerking aantrekkelijk wordt. We moeten stoppen met financiële prikkels die alleen maar productie stimuleren. Preventie moet zich meer richten op de sociale omgeving en niet alleen op het individu.”
Geen dogma
Volgens Bussemaker moet het ook geen dogma worden dat het stelsel op de schop moet. “We pleiten niet voor een nationaal zorgfonds of een volledige privatisering van de zorg, om maar eens twee uitersten te noemen. Wel zien we dat de scheidslijnen tussen de zorgwetten te absoluut zijn, dat er verkeerde prikkels van het systeem uitgaan en dat opdrachten te beperkt zijn ingevuld. Je ziet dat bijvoorbeeld in de ouderenzorg. Er zijn veel mensen die met hun zorgvraag op de grens van Wlz, Wmo en Zvw zitten. Daar zorgt de compartimentering voor problemen. Of neem de zorgplicht van zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars kunnen nu eigenlijk pas iets doen als iemand al ziek is. Dat kan en moet anders. Systemen zullen altijd op een of andere wijze begrenzen. Wat wij vragen is dat op de grenzen in het stelsel zorgprofessionals de ruimte krijgen om samen oplossingen te bedenken.”
Meest kwetsbaren
De Raad vraagt in het bijzonder aandacht voor de aanpak van gezondheidsachterstanden en de complexe ongelijkheid in onze samenleving die daaraan ten grondslag ligt. Dat is al lang niet meer een individuele kwestie, maar een sociale kwestie die de hele samenleving treft. Daar ligt een opgave die zich uitstrekt over tenminste een generatie, stelt de Raad. “Voor de mensen die het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van de coronacrisis, vragen we een investering voor de langere termijn. We zien dat de tegenstellingen in de samenleving groter worden. Als je niet investeert in deze groep kwetsbare mensen, zal dat de druk op de maatschappij nog verder vergroten. Het organiseren van veerkracht vergt tijd. De groep met complexe ongelijkheid groeit. Dat baart zorgen. Als je dit wil oplossen doe je dat niet met een programma van twee jaar.”
Investeren betekent niet dat er veel geld voor zorg bij moet. “Het gaat juist om dingen anders organiseren, zodat we de middelen die we hebben beter besteden”, zegt Bussemaker. “Nu wordt er bijvoorbeeld vanzelfsprekend veel geld gestoken in innovatieve medische technologie, maar gaat er heel weinig naar preventie.”
Leefomgeving
Op het vlak van preventie moet de aandacht verschuiven van leefstijl naar de leefomgeving, stelt de RVS. Het is immers vaak de leefomgeving die gezond gedrag ontmoedigt. Dit veranderen zal geen eenvoudige opgave zijn. “Het is vooral belangrijk om geen dingen los naast elkaar te laten bestaan, maar een gezamenlijke visie en doelstelling te formuleren”, zegt Bussemaker hierover. “De betrokken veldpartijen, gemeenten, woningbouwers, zorg, moeten met elkaar optrekken. Ze moeten heldere doelen stellen, met tussenstappen, mijlpalen aan de hand waarvan je het beleid steeds kunt toetsen. De Omgevingswet biedt aanknopingspunten om het streven naar een gezonde leefomgeving meer te bevorderen.”
De leefomgeving is ook heel breed op te vatten. “Soms gaat het over nieuwe concepten voor wonen. Maar het gaat ook over de omgeving rond scholen. Er zijn heel veel wethouders die er lange tijd op aandringen: geef ons middelen in handen om te reguleren, te zorgen dat er een snackvrije omgeving voor kinderen en jongeren kan komen, voer een suikertaks in. Het is allemaal niet nieuw, maar er is steeds meer draagvlak om iets te doen.”
Draagvlak
“In ons advies hebben we steeds gekeken naar haalbaarheid en draagvlak”, vervolgt Bussemaker. “We weten dat onze adviezen kunnen rekenen op steun van belangrijke partners. Bij steeds meer zorgverzekeraars leeft hetzelfde gevoel dat we meer moeten doen dan schadelast opvangen, maar meer moeten doen aan gezondheid bevorderen. Een doorbraak is nodig. Als ik de deskundigen hoor, is het ergste van de coronacrisis hopelijk achter ons. Het is tijd om naar de toekomst te kijken en niet in de oude structuren blijven hangen. Er is heel veel bereidheid om te bouwen aan een veerkrachtige samenleving.”
Anders verantwoorden
In het advies vraagt de Raad tot slot aandacht voor medewerkers in de zorg. De discussie over de beloning van zorgpersoneel is een politieke en het is niet aan de Raad om politieke uitingen te doen. Voor één groep in het bijzonder vraagt de Raad wel meer salaris, voor de verzorgenden-IG. “Door het soort werk dat zij doen, is het heel moeilijk om financieel onafhankelijk te zijn”, licht Bussemaker toe. “Maar bedenk ook, het gaat nooit alleen over meer salaris. Mensen verlaten de zorg omdat zij het gevoel krijgen dat ze niet worden gewaardeerd, omdat ze geen mogelijkheden zien om zich als professionals te ontwikkelen. Daarom moet er bijvoorbeeld gewerkt worden aan anders verantwoorden. Te vaak moeten zorgverleners hun werk aan externe partijen verantwoorden op een wijze die ze zelf niet zinvol achten. Dit moet verder gaan dan een aantal schrapsessies tegen regeldruk. Bij het begin van de coronacrisis hebben we het gezien. Er ging een zucht van verlichting door de zorg heen: het kan wel anders.”
Volg vanavond het Grote Zorgdebat van 19.30 tot 21.00 uur. Er is gekozen voor een online bijeenkomst. Het debat is vrij te volgen voor iedereen die zich betrokken voelt bij de gezondheidszorg in Nederland. Aanmelden kan hier. Aansluitend houdt Skipr een nabespreking van het debat met prominenten uit het veld.
Koos Dirkse
De Zvw van 2005 is een onding dat is gebaseerd op financiën en niet op zorg en preventie. Minder bemoeienis door de overheid en alles gedelegeerd naar de zorgverzekeraars. De zorgkosten zijn sinds 2005 bijna verdrievoudigd, ook door de DBC’s die met dit stelsel zijn ingevoerd. Deze hele wet moet onderuit en niet her en der aanpassingen doorvoeren, anders blijft men pleisters plakken en schieten de extra kosten nog meer omhoog!