In het advies Iedereen bijna ziek roept de RVS de overheid en het zorgveld op diagnose-expansie te begrenzen. “Verleg de focus van vroege opsporing van ziekten bij individuen naar het wegnemen van maatschappelijke oorzaken van ziekten’’, aldus RVS-voorzitter Jet Bussemaker.
Eerder ziek
Snelle technologische ontwikkelingen, het groeiende aanbod van onderzoeken en laagdrempelig labelen veroorzaken deze diagnose-expansie. Medische testen groeien en worden volop ingezet, zowel voor diagnostiek bij mensen met gezondheidsklachten, als screening bij mensen zonder klachten. De hoeveelheden scans in de zorg, landelijke bevolkingsonderzoeken en commercieel aangeboden medische testen nemen toe.
En tegelijkertijd rekken ziektedefinities op. Zo wordt de grenswaarde voor een ‘te hoog cholesterol’ steeds lager, wat zorgt voor veel meer medicatiegebruikers. En de nieuwe categorie ‘pre-diabetes’ geeft plotseling 1,4 miljoen Nederlanders het label ‘bijna ziek’.
Nadelen
Diagnose-expansie wordt onder meer aangejaagd door het grote belang dat mensen aan gezondheid hechten, superspecialisatie onder artsen en wetenschappers en door het verdienmodel van de medische industrie. De behoefte aan grip en uitsluiting van risico’s vertroebelt het zicht op de nadelen van steeds meer diagnostiek, screening en oprekkende ziektedefinities. Denk aan vals-positieve uitslagen, waarbij mensen bij vervolgonderzoek toch niet ziek zijn, onduidelijke nevenbevindingen die tot allerlei vervolgonderzoeken leiden en toenemende angst om ziek te worden. En het heeft gevolgen voor patiënten met ernstige klachten voor wie de zorg niet tijdig toegankelijk is als gevolg van verdringing door mildere problematiek. Tekenend daarvoor zijn de oplopende wachtlijsten in de ggz voor juist de meest ernstig zieke mensen, schrijft de RVS.
Onnodig patiënt
Vroege opsporing van afwijkingen kan gezondheidswinst opleveren, maar kan mensen ook onnodig tot patiënt maken. Meer dan een derde van de mannen boven de 60 jaar die overlijden aan iets anders, blijkt ook prostaatkanker te hebben. Zij zijn dus niet aan, maar met prostaatkanker overleden. Zou je mannen boven de 60 jaar screenen, dan worden velen van hen nodeloos kankerpatiënt, met een verlaagde kwaliteit van leven, kans op ernstige complicaties en overbelasting van de zorg tot gevolg. Terwijl zij anders nooit klachten van prostaatkanker zouden hebben gekregen.
Ook bij veel andere vormen van screening is het de vraag of de voordelen opwegen tegen de nadelen, terwijl veel mensen dat wel zo ervaren. “De nadelen zijn veel minder zichtbaar dan de voordelen en daardoor raakt de balans zoek”, stelt de RVS.
Gelijkwaardig debat
De RVS streeft naar een gelijkwaardiger debat over dit gevoelige thema. De Raad roept de overheid op om de nadelen van screening zwaarder te wegen bij beleid en onderzoek naar de keerzijden te stimuleren. Daarnaast is het essentieel dat de overheid de focus verlegt van het vroeg opsporen van ziekten naar het echt voorkomen van ziekten door in te grijpen op de leefomgeving, bijvoorbeeld via wettelijke maatregelen op het gebied van voedselaanbod.
“Nu laten we de samenleving steeds ongezonder worden, maar gaan we intussen wel steeds harder op zoek naar ziekten om die vervolgens individueel te behandelen.” Verder spreekt de RVS het zorgveld aan om richtlijnen door te lichten op overmatige diagnostiek en het oprekken van ziektedefinities te begrenzen. Ten slotte is het aan zorgverleners in de praktijk om terughoudend te zijn met diagnostiek, ondanks de druk die zij ervaren.