Zorgbeleid moet veel meer worden bepaald door dagelijkse ervaringen van zorggebruikers dan door de ambtelijke werkelijkheid. Het beleid moet zo “begrijpelijk, herkenbaar en werkbaar” worden. Dat adviseert de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS).
Met het oog hierop heeft de RVS op 8 februari een handreiking gepresenteerd met praktische check-ups om beleidsplannen en maatregelen aan te toetsen. De handreiking is een utivloeisel van ‘De Zorgagenda voor een gezonde samenleving‘ van de RVS. Een commissie bestaande uit Daan Dohmen, Pauline Meurs, Willemijn van der Zwaard, Ingrid Doorten en Ayeh Zarrinkhameh is over de Zorgagenda in dialoog gegaan met de samenleving. Dat leverde ervaringen op van ruim 17.000 patiënten, cliënten, mantelzorgers, vrijwilligers, zorg- en hulpverleners, bestuurders en gemeenten. Die ervaringen zijn samengevat in het essay ‘Gezien en gehoord’.
Principes
In ‘Gezien en gehoord’ staan drie principes om de komende jaren nieuwe beleidsplannen, maatregelen en initiatieven aan te toetsen. Dat zijn: eenvoud, grenzenwerk en leren. Het principe eenvoud moet er voor zorgen dat patiënten en cliënten niet verdwalen in de complexiteit van hulp en zorg en een overdaad en regels en formulieren. Alle betrokkenen moeten zich vragen stellen als: ‘Voor wie maak ik het nu eenvoudig?’ en ‘Begrijpen burgers het?’. Bij grenzenwerk horen vragen als: ‘Kan ik hiermee voorbij domeingrenzen werken?’ of ‘Ken ik de gevolgen hiervan voor anderen?’ En bij leren kijk je welke inzichten het oplevert voor jezelf en voor anderen.
Verbinding
De principes en de vragen zijn een soort checks. Ze maken het mogelijk dat politici, beleidsmakers, bestuurders en professionals elkaar kunnen scherpen en kunnen aanspreken op hun afwegingen. Ze maken dus ook inzichtelijk of er draagvlak is voor een nieuw plan of nieuwe aanpak. “Zo ontstaat beleid dat voor alle betrokkenen begrijpelijk, herkenbaar en werkbaar is”, betoogt de RVS. En dat is belangrijk. “Het is zaak dat politici, beleidsmakers en bestuurders de komende jaren actief verbinding zoeken met de dagelijkse belevingswereld van zorgvragers en zorgverleners.”