Business concept isolated on white
Dat betoogt voorzitter Jet Bussemaker van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). Bussemaker deed haar pleidooi onlangs tijdens een gezamenlijke nieuwjaarsbijeenkomst van PG-organisaties Ieder(in), MIND en de Patiëntenfederatie Nederland.
Gelet op de problemen waar het Nederlandse zorgstelsel mee worstelt is een andere aanpak volgens Bussemaker cruciaal. “Het Nederlandse zorgsysteem – dat internationaal geroemd wordt en waaraan veel goed is – kraakt en piept”, aldus Bussemaker. “Met name als het om toch al kwetsbare burgers gaat die meer dan medische zorg alleen nodig hebben.”
Logica
Een deel van het probleem zit volgens Bussemaker in de dominantie van de systeemlogica. Bussemaker begrijpt de achtergrond van deze logica. Ooit zijn de systeemregels in het leven geroepen als instrument voor gelijke toegang tot de zorg, bestrijding van willekeur en optimale verdeling van schaarse middelen. Maar door de jaren heen zijn middel en doel door elkaar gaan lopen en is handhaving van het systeem een doel op zich geworden.
Geen risico’s
Zorgvragers raken daardoor bekneld tussen verschillende logica’s, waarin steeds minder ruimte meer is voor hun individuele noden en wensen. Zorgverleners stellen zich in een dergelijk systeem al snel ambtelijk en defensief op. “Hun werkgevers verlangen ook nog eens dat zij het belang van de eigen organisatie dienen”, aldus Bussemaker. “Dat ze binnen de lijntjes blijven en geen risico’s nemen, want bij incidenten zijn zíj de klos.”
Bedoeling
Om een einde aan deze situatie te maken wil Bussemaker “terug naar de bedoeling”: “Niet: vragen doen we het goed volgens de regels en protocollen? Maar: doen we het goede?”
Dit “goede” is in de zorg volgens de RVS-voorzitter nauw verweven met menselijke waardigheid. Bussemaker: “Daar waar systemen zich tegen mensen dreigen te keren moeten we weer gaan werken volgens de bedoeling – namelijk menselijke waardigheid. Zorgverleners moeten de ruimte krijgen om “een betekenisvolle relatie” aan te gaan met de patiënt, cliënt of burger.”
Geen blauwdruk
Naast “een ander soort denken” is er volgens Bussemaker ook “een ander soort doen” nodig. “Niet langer handelen vanuit het organisatiebelang, het aanbod of de eigen visie… maar met het oog, oor en hart gericht op de noden en behoeften van de patiënt of cliënt die bovenal mens is. Menselijke waardigheid kent geen blauwdruk. Zeker wanneer er meerdere disciplines bij iemand met een hulpvraag zijn betrokken.”
Permanente vertegenwoordiging
Een elementair onderdeel van dit anders handelen is in Bussemakers optiek het nauwer betrekken van de burger en diens netwerk. “Waar blijft dat netwerk in besluitvorming? […] Hoe kunnen we belangen van individuele cliënten versterken en hun participatie in het proces ondersteunen? Hoe borgen we het betrekken van hun sociale omgeving? Is het nog logisch dat er bij aanbestedingen weinig rekening wordt gehouden met de stem van patiënten en diens omgeving? In plaats van financiering van afzonderlijke activiteiten kan een organisatie maatschappelijk resultaat en cliënttevredenheid centraal stellen. Gaan we een systeem creëren dat gericht is op de mens én waardigheid wanneer er een contourennota wordt opgesteld zonder een vertegenwoordiging vanuit de patiënt? Een permanente vertegenwoordiging van patiënten in het politieke en beleidsmatige proces is cruciaal.”
Co-creatie
Om het proces van samen beslissen tot een succes te maken moet de zorg af van de huidige modus operandi. Termen als hulpvraag, inkoop of opdrachtgeverschap impliceren ongelijkwaardigheid, waar het volgens Bussemaker juist draait om het tegenovergestelde. “Co-creatie is de richting. Geen beleid opleggen van bovenaf. Of je het citizen science, field labs of living labs noemt, beleid, wetenschap, patiënt, burger en ontwikkelaar kunnen elkaar in zo’n proces verstevigen. Zolang het maar gaat over co-creëren in gelijkwaardigheid.”
Onder de titel ‘Rauwe werkelijkheid’ schreef Bussemaker begin januari een column voor Zorgvisie, waarin ze het belang van menselijke waardigheid in de zorg onderstreept.
paul baks
op zich goede analyse, maar Jet komt ook niet verder dan “ander soort denken” en “ander soort doen”. Daar putten we geen energie uit, We moeten echt naar een veel lager abstractieniveau om de zorgsector op het vereiste (gemiddeld hoge) niveau te houden. ik besef mij dat ik nu ook even mee doen met “hoog over”, maar ik zal binnenkort nog eens proberen om met een blog het lagere abstractieniveau enkele handen en voeten te geven.
thissen
Ja, deze boodschap wekt dubbele gevoelens op. Zorgverleners moeten inderdaad de ruimte krijgen om een betekenisvolle relatie aan te gaan met de patiënt, cliënt, burger. Een goed signaal! Maak dat dan direct concreet in je boodschap door aan te dringen op meer tijd per patiënt,cliënt, burger! En zeg dan ook: dat kost geld.
‘De patiënt’ zoals vermeld bestaat niet. Inspraak van ‘de patiënt’ op beleid is een loze belofte. Een contourennota (plan voor de zorg) wordt dit najaar besproken in het parlement en de patiënt heeft dan wel degelijk inspraak via onze Kamerleden die patiëntbelang ook in de gaten houden.
Meer tijd per patiënt, cliënt en zorgvrager en aandacht voor het goede levert ook wat op (plezier in werk, betere behandeling,diagnostiek en zorg) met ook nog meer winst (o.a. minder hoog ziekte percentages en minder uitval/uitstroom zorgaanbieders).
Dus liever geen vage uitspraken zoals ‘menselijke waardigheid kent geen blauwdruk’. Aan dat soort uitspraken heeft de burger/samenleving niks. Leiderschap vereist meer duidelijkheid over de koers waarbij ‘de schuld’ of onvolkomenheden in een systemen niet moet worden gelegd bij het systeem zelf, maar bij de keuzen die beleidsmakers maken of de onjuiste doelen of de middelen die niet toereikend zijn om de politiek/maatschappelijk gewenste zorg te leveren.