De zorg kampt met grote personeelstekorten en die nemen alleen maar toe. Naasten en vrijwilligers zijn volgens de RVS een “essentieel onderdeel” van de langdurige zorg en moeten veel meer “op gelijke voet” kunnen samenwerken met professionele zorgverleners, om zo de zorg toekomstbestendig te maken.
Uit evenwicht
Deze samenwerking is volgens de raad “niet langer vrijblijvend”, maar hard nodig. Als de aanpak in de zorg niet drastisch verandert heeft dat volgens de raad namelijk als gevolg dat “verschillen in gezondheid en levensverwachting verder toenemen, dat de balans tussen mannen en vrouwen in het zorgen verder uit evenwicht raakt, en dat de tegenstelling tussen zorgverleners onderling zal groeien, net als het verschil tussen rijk en arm, en tussen burgers die hun verantwoordelijkheid nemen en zij die wegkijken. Dat is onwenselijk.” (ANP)
Lees ook op Zorgvisie een interview met RVS-lid Ageeth Ouwehand: ‘Samenwerking formele en informele zorg moet fundamenteel anders’
M.F. Van Oostwaard
Dit is wel een vrij negatieve motivatie voor een mooie beweging om de zorg een beetje te verschuiven naar de naaste omgeving. Anders volgt “afname van kwaliteit” en het is “niet langer vrijblijvend”. Dat is waarschijnlijk wel waar, maar zouden we niet ook de winst kunnen benadrukken? Dat de patiënt of cliënt met hulp van de eigen omgeving kan herstellen? Omgeving die veel meer aanwezig is, veel meer persoonlijk is en daar misschien ook wel voldoening uit haalt. Mits goed ondersteund en begeleid natuurlijk. En dat laatste is dus wat er nodig is. Voorbeelden hiervan zijn beschikbaar vanuit verschillende hoeken: Circles of support, ooit begonnen om de reintegratie voor daders van seksueel geweld (CoSA) te begeleiden, bestaan inmiddels oa voor afkickprogrammma’s, maar ook voor somatische aandoeningen zoals diabeteszorg.