De patiënt wil wel, maar kan en mag niet meebeslissen over zijn of haar eigen zorg. De arts is nog steeds de alwetende, de patiënt luistert en knikt. Hoewel in 2006 is begonnen met gereguleerde marktwerking om de patiënt het middelpunt van de zorg te laten zijn, concludeert de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) zes jaar later dat die opzet onvoldoende van de grond is gekomen.
“Dat is een probleem, zowel voor de individuele patiënt als voor de maatschappij”, schrijft de RVZ in het donderdag gepubliceerde rapport ‘De participerende patiënt’. Het is een probleem voor individuen omdat nu niet de zorg en behandeling wordt aangeboden die aansluit bij de persoonlijke wensen. Daarnaast kost het de maatschappij veel geld, omdat ondoelmatige zorg in de hand gewerkt wordt. Doen levert namelijk geld op, praten niet.
Behandelplan
Patiënten willen wel graag praten met de arts en meebeslissen over hun eigen behandeling. “De relatie tussen patiënt en zorgverlener moet centraal staan”, schrijft de RVZ. “Idealiter nemen zij gezamenlijk besluiten over de zorgverlening en delen zij de uitvoering van het behandelplan.”
Dit komt in de praktijk maar moeizaam van de grond, omdat de relatie van nature onevenwichtig is. Zowel patiënt als arts verwachten dat ook nog steeds van elkaar, ondanks diverse ontwikkelingen om de relatie gelijkwaardiger te maken.
Betrouwbare informatie
De RVZ meent dat de relatie beter kan worden als er betrouwbaardere algemene gezondheidsinformatie komt, bijvoorbeeld op internet. Ook moeten patiënten beter weten dat ze een individueel zorgplan kunnen opeisen. De Raad zou het ook een goed idee vinden als zorgverleners een beloning krijgen als ze patiënten beter bij de behandeling betrekken.
Patiënt betrekken
In een reactie op het rapport laat de patiëntenfederatie NPCF weten dat er concrete acties ondernomen moeten worden om de betrokkenheid van de patiënt nu echt te verbeteren. “Patiënten die samen met hun dokter beslissen zijn niet alleen tevredener maar maken medisch gezien ook verstandige keuzes”, concludeert NPCF-voorzitter Wilna Wind. (ANP)