Shared decision making, of wel samen beslissen, is onmisbaar bij de behandeling van patiënten die een complexe mix van psychische en fysieke klachten hebben. Overleg tussen verwijzers en behandelaars, maar ook een adequate financiering van complexe zorg zijn belangrijk. Dat stelt bijzonder hoogleraar Sociale Psychaiatrie Christina van der Feltz-Cornelis. De professor houdt op 14 februari haar afscheidsrede aan de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences.
Patiënten met een mix van geestelijke en fysieke aandoeningen vormen een complex probleem in de zorg. Multimorbiditeit maakt een heldere diagnosestelling lastig. Complexe patiënten hebben meestal een enorm dossier. Meerdere artsen en hulpverleners in verschillende behandelsettingen houden zich met hen bezig, waarbij de zorgcoördinatie veelal te wensen over laat. De zorg voor complexe patiënten is ook kostbaar. Rond 10 procent van alle verzekerde patiënten is in Nederland verantwoordelijk voor 40 procent van het zorgbudget.
In haar afscheidsrede op 14 februari beschrijft professor Christina van der Feltz-Cornelis de gevaren van therapeutisch nihilisme bij het omgaan met complexe patiënten. “Er zijn vaak communicatieproblemen tussen (huis)arts en patiënt, en tussen dokters en hulpverleners. Maar ook conflicten over de te volgen diagnostische procedures en behandeling, of beide. Patiënt en arts begrijpen vaak niet wat er aan de hand is en wat er moet gebeuren. De arts denkt bijvoorbeeld: ‘Ik begrijp de klachten niet. Deze patiënt kan beter elders geholpen worden.’ Terwijl de patiënt denkt: ‘De dokter begrijpt me niet, hij gelooft me niet’.”
Verder bespreekt ze nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen om complexiteit te behandelen, zoals collaborative care, web-based algoritmes, e-health-interventies, zelfhulpprogramma’s en Shared Decision Making. Nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen en eigen onderzoek van Van der Feltz-Cornelis laten zien hoe stapsgewijs complexe patiënten beter in kaart gebracht en behandeld kunnen worden. Bijvoorbeeld via het biopsychosociale instrument INTERMED of het eerstelijns collaborative care-model waarin huisarts, psychiater en verpleegkundige samenwerken.
Er is niet één kant en klare oplossing, stelt de professor. Daarom is het belangrijk dat bij het diagnostisch onderzoek van tevoren met de patiënt wordt besproken wat de beperkingen en eventuele risico’s zijn.
Van der Feltz-Cornelis (Terneuzen, 1962) werkte sinds 2010 als bijzonder hoogleraar Sociale Psychiatrie voor het departement Tranzo van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences. De leerstoel is ingesteld vanwege GGZBreburg, waar zij het Topklinisch Centrum voor Lichaam, Geest en Gezondheid (CLGG) oprichtte en leidde. In 2014 verwierf zij hiervoor met haar team het keurmerk TopGGz. Per 1 juli 2018 heeft ze GGz Breburg verlaten en heeft ze haar carrière voortgezet als hoogleraar Psychiatrie en Epidemiologie aan University of York (Engeland