Met een integrale aanpak waarin de hele zorgketen – van huisarts tot welzijnswerker en eerstehulpdiensten – én de gemeenschap, zoals scholen en spoorwegdiensten, samenwerken in één systeem, kunnen mensen bij wie sprake is van suïcidaliteit door een professional aangemeld worden. Na aanmelding zijn deze mensen beter in beeld en worden zij een jaar lang gevolgd. De daling van 17 procent is groter dan het landelijk gemiddelde.
De Noord-Brabantse aanpak – Suïcide Preventie door Monitoring en Collaborative Care (SUPREMOCOL) genoemd – gaat uit van het principe ‘It takes a village to raise a child’. Professionals, zowel hulpverleners als niet-hulpverleners, worden betrokken in de keten rondom mensen bij wie sprake is van suïcidaliteit om te voorkomen dat zij tussen wal en schip terecht komen.
Supremocol
Onderzoeker Emma Hofstra voerde voor haar promotieonderzoek samen met een begeleidings- en projectgroep de ontwikkeling, uitrol, implementatie en evaluatie van SUPREMOCOL uit: “Bijna niemand heeft daadwerkelijk een doodswens; gedachten aan de dood zijn meestal een behoefte om de pijn te laten stoppen. Hoewel gevoelens van schaamte, of het idee niet geholpen te kunnen worden, mensen ervan kunnen weerhouden hun gedachten uit te spreken, is het proces in elk stadium van suïcidaliteit omkeerbaar. Hulp zoeken is dus nooit te laat. Passende hulp op het juiste moment kan veel leed voorkomen.”
Casemanagers blijven in contact met zowel de betreffende persoon als de betrokken professionals (zoals de huisarts en de ggz-behandelaar). Mensen die zijn aangemeld krijgen tot slot een jaar lang telefonische opvolging aangeboden. Advies aan de praktijk is te kijken hoe naasten en ervaringsdeskundigen betrokken kunnen worden en of er ook face-to-face opvolging kan komen.
Het onderzoek is gefinancierd door ZonMw en ondersteund door Tilburg University, University of York, GGz Breburg, GGzE, GGz Oost-Brabant, Reinier van Arkel, GGz WNB en ketenpartners.
Roland Bal
Dit is een mooi resultaat maar roept ook allerlei vragen op. Hoe zit het bijvoorbeeld met de ervaringen van mensen die worden aangemeld? merken die iets van de interventie? hoe ervaren ze dat? en hoe zit het met bescherming van hun persoonsgegevens? hoe groot kan het netwerk zijn die van suïcidaliteit van personen op de hoogte is? Wat gebeurt er met ‘vals positieven’ (en hoe kom je er achter dat iemand vals positief gemeld wordt)? wat is het in het netwerk dat bijdraagt een het succes ervan?