Dat vertelt Pieter de Geus, topman van Sanquin Plasma Products in het Parool. Sanquin, bekend van de bloedbanken, heeft ook plasmatak SPP, waar medicijnen uit bloedplasma wordt geproduceerd. Het Parool schrijft dat de lastige situatie waarin die plasmatak verkeert, het hele bedrijf in een lastige situatie brengt. Een oplossing zou een overname kunnen zijn, maar onderzoekers vrezen dat Nederland voor bloedplasma dan weer te afhankelijk wordt van het buitenland.
Medicijn
Op dit moment doet plasmatak SPP onderzoek doet naar een coronamedicijn. Het kabinet gaat subsidie geven aan de inzameling van bloedplasma van mensen die zijn genezen van het coronavirus. Daar zou een geneesmiddel uit voort kunnen komen. Dat Sanquin nu hulp krijgt van de overheid is volgens De Geus geen reden om te denken aan nationalisering van de plasmatak.
SPP heeft het de afgelopen jaren lastig op de wereldmarkt van grote farmaceuten. Een van de belangrijkste klanten, Shire, werd overgenomen door het Japanse Takeda en kocht z’n bloedplasma sindsdien elders in. Op de internationale markt lijkt SPP daarom op zoek te moeten naar een partner die zekerheid biedt.
‘Niet houdbaar’
Waar enkele onderzoekers in het Parool opperen dat de overheid de onderneming veiligstelt om ook een buitenlandse overname te voorkomen, is De Geus een andere mening toegedaan. “Het is geen houdbaar model. In de hele wereld zie je marktconcentratie en het afstoten van overheidstaken. Landen verkopen hun plasma aan commerciële bedrijven en krijgen via contracten geneesmiddelen terug.”
Voorwaarde stellen
Wel erkent hij dat buitenlandse samenwerkingen (fusies/overnames) risico’s met zich meebrengen voor de taken die Sanquin vervult als inzamelaar van gedoneerd bloed. De Geus oppert een ‘slot op de deur’. “Als een partner een loopje neemt met die wettelijke taak, kan Sanquin de plasmaleveranties stoppen waarmee de medicatie wordt gemaakt.”
Nederlands-Franse samenwerking
De Geus beaamt in het artikel dat samenwerken met een soortgelijke instelling binnen Europa zou kunnen passen, zoals het Franse staatsbedrijf LFB. “Zo kun je door samenwerking het nationale belang beschermen in een internationale markt met veel concurrentie.”