De overheid heeft marktwerking geïntroduceerd in de ziekenhuiszorg met het uitdrukkelijke doel de kosten in de hand te houden. Dit is echter niet gelukt, terwijl er wel vele miljarden euro’s zijn uitgegeven aan een nieuw financieringsstelsel. Het DBC/DOT-systeem moet dan ook worden afgeschaft.
Dit zegt Jaap van den Heuvel in zijn oratie, waarmee hij zijn benoeming tot bijzonder hoogleraar Healthcare Management aan de Universiteit van Amsterdam aanvaardt. Hij is in het dagelijks leven voorzitter van de raad van bestuur van het Rode Kruis Ziekenhuis (RKZ) in Beverwijk.
Ten behoeve van de invoering van marktwerking in de zorg zijn volgens Van den Heuvel voortvarend zorgproducten gedefinieerd en er kwamen onderhandelbare prijzen. “De bedoeling was dat ziekenhuizen zouden gaan concurreren en de prijzen en daarmee de kosten voor de maatschappij zouden dalen. In werkelijkheid gingen de kosten omhoog omdat er substantieel meer zorg geleverd werd. Klaarblijkelijk was er nog vraag naar zorg en deed de markt zijn werk.”
Zorgproducten
De marktwerking werd in 2005 ingevoerd en er werden zorgproducten gedefinieerd. Nadat er 30 duizend DBC’s waren gedefinieerd, waarin precies werd vastgelegd wat er in ieder product zat en wat het mocht kosten, werd vervolgens het systeem “drastisch” omgegooid, volgens Van den Heuvel, en zonder deugdelijke evaluatie. Van 2008 tot 2012 is er gewerkt aan DBC’s op weg naar transparantie, de DOT(DBC’s op weg naar transparantie)- methodiek. De 30 duizend DBC’s zijn daartoe gegroepeerd en teruggebracht tot 4400 zorgproducten.
De DOT-methodiek is in 2012 ingevoerd met als doel vereenvoudiging van het financieringssysteem door meer transparantie en medische herkenbaarheid. “Hierin heeft het systeem volledig gefaald”, aldus Van den Heuvel. “Met de DOT’s leverden we het laatste beetje transparantie in. Patiënten kregen de uit de media bekende absurde nota’s met fantasie productnamen en ridicule prijzen.”
Het DOT-systeem gebruiken ziekenhuizen “tegen zeer hoge kosten”, volgens Van den Heuvel. “Omdat dit niet werkt is er een soort workaround ontstaan. Er wordt daarbij niet onderhandeld over aantallen producten en prijzen, maar over het totale budget van het ziekenhuis. Daar mag dan in het beste geval een procentje bij en vervolgens wordt uitgerekend welke prijzen er voor nodig zijn om het budget ‘vol te declareren’.”
Prijzen vergelijken is daarmee “zinloos” geworden. Voor alle zorg die boven het afgesproken bedrag wordt geleverd, ontvangt het ziekenhuis geen geld van de meeste zorgverzekeraars. “De kostenbeheersing waar marktwerking voor is ingevoerd, wordt dus feitelijk bereikt door niet te betalen van een deel van de wel geleverde zorg. Dit gaat soms om tientallen miljoenen euro’s per ziekenhuis.”
Onderhandelingen
Het systeem wordt volgens VAn den Heuvel feitelijk al niet meer gebruikt, ziekenhuizen onderhandelen namelijk niet over producten en prijzen met zorgverzekeraars. “Alleen op de achtergrond bepaalt de totale DBC-omzet nog wel steeds in belangrijke mate de referentie voor het totale budget.” De jaarlijkse onderhandelingen gaan over de verhoging of verlaging van het totale ziekenhuisbudget.
Van den Heuvel noemt de incentives, de financiële prikkels, in de huidige bekostiging volkomen verkeerd. Volgens hem worden er alleen kosten vergoed – zelfs als deze geen waarde toevoegen voor de patiënt. “We moeten dus stoppen met het DBC/DOT systeem, want als je kosten wilt verlagen, moet je geen kosten gaan vergoeden.”
Zodra de verplichting vervalt om DBC’s vol te declareren met allerlei voorgeschreven handelingen en behandelingen ontstaan er volgens hem “legio kansen” om de kosten te verlagen. “Het wordt dan namelijk direct lonend om aan preventie te gaan doen, om kosteneffectieve innovaties te implementeren, om beter samen te werken over de gehele zorgketen en om zorg te verplaatsen naar de meest optimale setting.” Deze door alle partijen gewenste maatregelen worden nu volledig geblokkeerd door het DBC/DOT systeem, stelt Van den Heuvel.
Hij stelt voor om ziekenhuizen een vaste vergoeding per bewoner te geven. Met deze incentive blijft het ziekenhuis zich inspannen om de beste zorg aan patiënten te leveren en patiënten aan zich te binden. Hiermee ontstaat volgens Van den Heuvel ook meteen relevante en makkelijk beschikbare informatie om de ziekenhuizen op hun prestaties ten aanzien van efficiency te beoordelen.