Minister Schippers van VWS heeft de betrokken partijen laten weten dat zij het ‘Bestuurlijk Akkoord toekomst ggz’ heeft opgezegd. Volgens Schippers heeft het veld zelf het bestuurlijk hoodlijnenakkoord op losse schroeven gezet door bij de Eerste Kamer te lobbyen tegen inperking van de vrije artsenkeuze.
Schippers informeerde over haar besluit tijdens een gepland overleg met de partijen, zo meldt GGZ Nederland. De minister is van mening dat de ggz-partijen voor een vertrouwensbreuk hebben gezorgd door –zonder haar vooraf te informeren- in een brief en een petitie aan de Eerste Kamer hun bezwaren en zorgen te uiten over aanpassing van artikel 13. De ggz-partijen doorkruisten daarmee wat Schippers betreft de eerdere afspraken uit het bestuurlijke hoofdlijnenakkoord voor de ggz.
GGZ Nederland wijst er in een reactie op dat in de brief geen principieel bezwaar tegen selectieve inkoop verwoord stond. Volgens de branchevereniging keerden de ondertekenaars zich slechts tegen het feit dat “niet voldaan was aan de eveneens in het akkoord vastgelegde randvoorwaarden”.
Afbouw
Wat de opzegging van het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord betekent is niet duidelijk. Eén van de pijlers van het akkoord is de afbouw van het aantal intramurale ggz-bedden met een derde. In ruil hiervoor kreeg het veld grote vrijheid bij het uitvoeren van het ambulantiseringsagenda.
De minister heeft laten weten er alles aan te zullen doen om de kosten in de ggz te beteugelen, zo nodig via herintroductie van een bezuiniging van 330 miljoen euro. Daarnaast gaf zij aan zich te beraden op de positie van de ggz in het stelsel. Zo zou ze overwegen een deel van de ggz naar de gemeenten over te hevelen in plaats van risicodragend te laten uitvoeren door de zorgverzekeraars. Het bestuur van GGZ Nederland beraadt zich op de vraag hoe om te gaan met de ontstane situatie. Dit beraad zal waar mogelijk plaatsvinden in gezamenlijkheid met andere partijen in de ggz-sector.
Het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord in de ggz toont al langer barsten, met name waar het verhouding tussen veld en zorgverzekeraars betreft. In 2013 botste GGZ Nederland met de zorgverzekeraars over de precieze interpretatie van het groeiplafond.
Gluren
Daarnaast liggen beroepsverenigingen al geruime tijd met zorgverzekeraars in de clinch over de verplichte aanlevering van privacygevoelige informatie. Volgens de verzekeraars is die informatie nodig voor ordentelijke declaraties, volgens veel professionals gluurt de verzekeraar mee in de behandelkamer.
Het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) is op 30 januari begonnen met een actie om klachten uit de achterband versneld door te geleiden naar de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Volgens het NIP zijn er aanwijzingen dat zorgverzekeraars zich vaak niet aan de eerder gemaakte afspraken rond het opvragen van de diagnose-informatie houden. Het NIP houdt deze kwestie daarom scherp in de gaten en raadt haar leden aan om bezwaar te maken wanneer een verzekeraar toch ten onrechte om dergelijke gegevens vraagt.