Kleinschalige zorgaanbieders moeten worden uitgezonderd van de verplichting om een cliëntenraad in te stellen. Dit bepleiten eerstelijnsorganisaties in een brief aan de Tweede Kamer over het wetsvoorstel Wmcz 2018, waarin die verplichting voor praktijken met meer dan tien zorgverleners is opgenomen. De organisaties vrezen dat de maatregel met name kleinere praktijken met extra regeldruk en financiële lastenverzwaring zal opzadelen.
De Tweede Kamer debatteert op 10 september met minister Bruno Bruins (VWS) over aanpassingen van de Wet medezeggenschap cliënten zorgsector (Wmcz). De Wmcz 2018 komt tegemoet aan de wens om de medezeggenschap van cliënten binnen zorginstellingen te versterken. De minister wil onder meer de zeggenschap van patiënten formaliseren door zorgaanbieders met meer dan tien zorgverleners te verplichten een cliëntenraad in het leven te roepen. Daaronder valt ook het ondersteunend personeel.
In een gezamenlijke brief uiten brancheorganisaties de KNMT, de LHV, InEen, de KNGF, de KNOV, de LVVP en de ANT hun zorgen over deze verplichting. Die zal voor een groot deel van de eerstelijnszorgaanbieders gaan gelden, verwachten ze, ook gezien het grote aantal deeltijdcontracten. De organisaties spreken van een onevenredige belasting van kleinschalige zorgaanbieders en pleiten daarom voor een uitzonderingspositie van kleinschalige zorgaanbieders met minder dan vijftig zorgverleners. “Wij maken ons namelijk grote zorgen over een toename van de administratieve druk en organisatorische en financiële lastenverzwaring bij uitvoering van de voorgenomen wetswijziging.”
Ook zeggen de brancheorganisaties er niet in te geloven dat effectieve medezeggenschap per definitie wordt bereikt met een verplicht ingestelde cliëntenraad. “Met alternatieve en/of informele vormen van medezeggenschap en patiëntenparticipatie kan naar onze mening eenzelfde, zo niet beter, resultaat worden bereikt”, aldus de organisaties in hun brief.
Medezeggenschap
Het wetsvoorstel dat nu in de Tweede Kamer ligt, is het resultaat van jarenlang geschaaf aan plannen om de medezeggenschap in zorgorganisaties te verbeteren. De Wmcz is onderdeel van een scala aan maatregelen die voormalig minister Schippers en staatssecretaris Van Rijn namen tegen onbehoorlijk bestuur en wanbeleid bij zorgaanbieders.
Eerder uitten onder meer cliëntenorganisaties LSR, LOC, KansPlus, NCZ, Ieder(in), MIND en Patiëntenfederatie al kritiek op het wetsvoorstel. In een gezamenlijke brief pleitten zij voor een aantal aanpassingen van de wet. Zo vinden zij dat medezeggenschap zo lokaal mogelijk moet worden vormgegeven. In het huidige wetsvoorstel moeten cliënten en hun vertegenwoordigers hiertoe uitdrukkelijk verzoeken. De cliëntenorganisaties pleiten voor de formulering dat een zorgaanbieder met meerdere instellingen voor elk van die instellingen een cliëntenraad moet instellen, tenzij dit in redelijkheid niet kan worden verwacht voor die instellingen.