Steeds minder Nederlanders vinden dat hulp aan iemand met gezondheidsbeperkingen vooral vanuit het eigen netwerk moet komen. In 2010 vond 41 procent dat hulp zo veel mogelijk van familie, vrienden of buren moest komen, in 2016 was dit nog 23 procent. Mensen vinden de zorg voor hulpbehoevende ouders nog steeds vooral een taak voor de overheid.
Dit blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Ongeveer een derde van de 16-plussers geeft informele hulp aan iemand met gezondheidsbeperkingen. Bij informele zorg gaat het zowel om mantelzorg aan familie, vrienden of buren als om vrijwilligerswerk in de zorg en ondersteuning. Mantelzorg is in het onderzoek ruim opgevat. Het gaat om zorg, maar ook om vervoer, administratieve hulp of emotionele steun.
Zeven op de tien Nederlanders vinden dat mensen hulpbehoevende familieleden moeten helpen. Dit aandeel is toegenomen tussen 2014 en 2016. Het aantal mensen dat vindt dat hulp zo veel mogelijk van familie, vrienden of buren moet komen is sinds 2010 echter fors afgenomen, van 41 naar 23 procent. Zo’n 63 procent van de mensen vindt de zorg voor hulpbehoevende ouders nog steeds vooral een taak voor de overheid.
Intensief
Helpers van partners of kinderen zijn relatief vaak zwaar belast. De zorg voor de partner is meestal zeer intensief, gemiddeld 20 uur per week. De zorg voor kinderen, die ook volwassen kunnen zijn, is vaak langdurig, gemiddeld 11 jaar. Ongeveer een vijfde helpt iemand met dementie of geheugenproblemen. Deze helpers zien vaker hun relatie met de hulpbehoevende verslechteren en krijgen weinig waardering van de hulpbehoevende. Zij zeggen relatief vaak zich niet kundig te vinden en kennis te missen over hoe om te gaan met de beperking van de persoon die zij ondersteunen. Ook mantelzorgers van mensen met psychische problemen vinden zich vaak niet kundig genoeg, omdat de personen die zij helpen ingewikkelde (gedrags-)problemen kunnen hebben en soms moeilijk in de omgang zijn.
Een minderheid van de mantelzorgers is niet bekend met de mogelijkheden die er zijn om mantelzorgondersteuning te krijgen. Dit is ten opzichte van 2014 niet verbeterd. Er zijn volgens SCP indicaties dat de toegang tot respijtzorg lastig kan zijn. Een op de drie mantelzorgers die behoefte heeft aan respijtzorg, maar dit niet krijgt, geeft aan dat de hulpbehoevende dit niet wil. Een op de acht vindt het te duur.
Overbelast
Volgens de SCP-onderzoekers realiseren mensen zich meestal niet dat ook vrijwilligers overbelast kunnen raken. Zij bieden vaak ondersteuning aan kwetsbare mensen, zoals mensen met dementie of in terminale situaties. Een op de vijf ervaart het vrijwilligerswerk als zwaar. Ongeveer een op de tien vrijwilligers in de zorg heeft behoefte aan meer ondersteuning. Het gaat dan bijvoorbeeld om een opleiding, training of onkostenvergoeding, maar ook om een luisterend oor. Een deel van de vrijwilligers weet niet waar zij terecht kan voor advies.
Mantelzorgers zijn over het algemeen tevreden met de samenwerking met professionals, zoals wijkverpleegkundigen, hulp in de huishouding of (woon)begeleiders. Wel geeft ongeveer de helft aan ontevreden te zijn over de mogelijkheden om mee te beslissen over de zorg. Ook zegt ruim de helft dat deze professionals weinig oog voor hun welbevinden hebben. Dit is ten opzichte van 2014 niet veranderd.
Leidinggevende
Uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek over mantelzorgende gemeenteambtenaren, uitgevoerd door Stichting Werk&Mantelzorg, blijkt dat leidinggevenden vaak niet op de hoogte zijn van de zorgsituatie van hun medewerkers. Een vijfde van de gemeenteambtenaren voert mantelzorgtaken uit. In bijna de helft van de gevallen is de leidinggevende daarvan niet op de hoogte. Ruim 60 procent deelt deze informatie niet uit angst dat dit een negatief effect op hun loopbaan kan hebben.
De meeste gemeenteambtenaren die ook zorgtaken uitvoeren, geven aan dat zij hun werk prima kunnen combineren met mantelzorg. Zo’n 13 procent heeft meer moeite met het delen van de verantwoordelijkheden. Gemeenten scoren goed op het faciliteren van oplossingen voor de mantelzorgers. Ruim 80 procent van de ondervraagden geeft aan dat zij verwachten dat mantelzorgers met hun leidinggevende en collega’s tot een geschikte en werkbare oplossing kunnen komen indien dat nodig is. Dit komt onder meer doordat gemeenten een scala aan regelingen en mogelijkheden hebben om medewerkers die werk en zorg combineren te faciliteren.