Uit dit model blijkt dat meer uren mantelzorg het welbevinden van ouderen op den duur verlaagt. Meedoen aan culturele activiteiten en sport draagt juist bij aan het welbevinden.
Het gaat om het ‘Welbevinden Participatie Hulpbronnen-model’. Dit model staat in het nieuwe rapport ‘Investeren in vitale ouderen’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Het idee erachter is dat als ouderen zich goed voelen, ze ook meer mee kunnen doen aan de samenleving en een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Dat zorgt ervoor dat ze minder snel zorg en ondersteuning nodig hebben.
Investeer in werk, wonen en samenleven
Het SCP stelt dat beleid niet alleen gericht moet zijn op zorg en ondersteuning van hulpbehoevende ouderen, maar ook op het investeren in vitale ouderen. “Het vraagt niet alleen om oplossingen op het gebied van welzijn en zorg, maar ook op het gebied van werk, wonen en samenleven.”
Levensfase bepalend bij beleid
Bij het maken van beleid is volgens het SCP raadzaam om niet naar leeftijden te kijken, maar naar de levensfases van mensen. Er zijn namelijk grote verschillen bij gepensioneerden. Met driekwart gaat het goed; zij zijn vitaal, ondernemend en doen volop mee in de samenleving. Maar met een kwart van de gepensioneerden gaat het minder goed. Zij hebben problemen op het gebied van gezondheid, weinig of geen sociale contacten of een gebrek aan activiteiten. “Juist door ook te investeren in het vermogen van de vitale groep ouderen, wordt de actieve derde levensfase waar zij zich in bevinden, verlengd en komen ze minder snel in de hulpbehoevende vierde levensfase. Dat is niet alleen goed voor het welbevinden van deze mensen zelf; het is ook goed voor de samenleving.”
Voorbereiden op snel vergrijzende samenleving
Het SCP vindt dat het nieuwe kabinet aan de slag moet om voorbereidingen te treffen op de veranderende behoeften van een snel vergrijzende samenleving. “Beleid moet om die reden niet alleen gaan over de toenemende (mantel-)zorgvraag en personeelstekorten, maar ook over investeren in het vergroten van de betekenisvolle rol van ouderen voor de samenleving en hoe zij kunnen blijven meedoen en bijdragen.”
Peter Koopman
Verdelen in levensfasen is al beter dan de kalenderleeftijd als basis nemen. Het SGP deelt in zoals sociologen en economen indelen ( grote getallen ). De WHO/WGO kent classificatie van kwalen en ziekten (ICD) en classificatie van functioneringsniveau (ICF) op individueel nuveau. Dit reeds lang bestaand gegeven kennen oa verpleegkundigen/verpleegkundig specialisten, fysiotherapeuten/ergotherapeuten, gz-psychologen/klinisch psychologen en artsen/medisch specialisten. Het niveau van functioneren is basis voor beoordeling van gezond leven van individuen ( positieve preventie). Om deze kennis beter te benutten is het zaak om ook bij de bekostiging van hulp,behandeling en professionele zorg niet alleen de ICD als gegeven te benutten, maar naast de mening van de betreffende burger ook de ICF gegevens te “meten” en benutten. Niet alleen in cohorten denken, maar bij beleid ook individuen zichtbaar maken is beter te implementeren.