“Fundamentele afwegingen over grondrechten en parlementaire zeggenschap vragen om een zorgvuldige behandeling van de keuzes in dit wetsvoorstel”, schrijven de commissies in een brief aan de Minister. Zij handhaven daarom het eerdere besluit om op 17 januari 2023 de procedure voor de behandeling van het wetsvoorstel te bepalen.
Kamer onder druk
Volgens de commissies is het wetsvoorstel niet specifiek op covid toegesneden, maar op “collectieve maatregelen voor de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan.” De commissies schrijven verder dat zij het unaniem afwijzen dat de minister “de Kamer onder druk zet deze fundamentele wet met spoed te behandelen, waarbij sommigen zelfs de vraag opwerpen of de wet – eenmaal aanvaard – wel soelaas biedt in de huidige situatie rondom covid-19, omdat covid-19 momenteel niet voldoet aan de criteria voor een A1 infectieziekte.”
Mocht de minister van oordeel zijn dat het noodzakelijk is maatregelen te treffen, zoals een PCR-test voor reizigers uit China, dan is de Kamer bereid om voorstellen daartoe – indien noodzakelijk en proportioneel – met spoed in behandeling te nemen. “Maar dat moet dan wel op een andere manier dan door het voorliggende wetsvoorstel”, aldus de Eerste Kamer.
Testverplichting Chinese reizigers
Minister Kuipers van VWS had om versnelde behandeling van het vlak voor het Kerstreces door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel gevraagd vanwege het oplopende aantal Covid-besmettingen in China en de gebrekkige informatie over nieuwe varianten van het virus die daarbij kunnen ontstaan. De minister zegt de wet nodig te hebben om mee te kunnen doen aan Europese maatregelen voor reizigers uit China, zoals een testverplichting.