Omdat ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen, neemt de behoefte aan dienstverlening aan huis toe. De potentiële omzet voor seniorendiensten zal om die reden zo’n 14 miljard euro bedragen in 2025. Dit stelt ING Economisch Bureau in het rapport ‘Dienstverlening voor de nieuwe oudere’.
Het aantal senioren neemt toe, en zij kunnen en willen meer besteden en houden steeds langer zelf de regie over hun leven. Om 75-plussers in staat te stellen langer zelfstandig te blijven wonen, moet er zorg mogelijk zijn – voor het geval dat er behoefte aan is. Die zorg moet kwalitatief goed zijn maar wordt volgens Erwin Winkel, sectormanager zorg bij ING, “minder relevant” voor aanbieders als inkomstenbron. “De toegevoegde waarde van diensten van aanbieders zit niet in zorg.” Volgens hem is er een verschuiving gaande van wonen plus zorg naar wonen plus diensten.
ING verwacht dat er grote kansen liggen voor innovatieve dienstverleners die zich richten op ondersteund wonen van ouderen. Ouderen worden “steeds rijker en veeleisender” en zij willen meestal zo lang mogelijk thuis wonen. Nieuwe dienstverlening waarbij technologie in dienst staat van de klant, maakt dit steeds beter mogelijk. Zo zijn er alarmeringsdiensten voor senioren die zelfstandig wonen en videochats met een verpleegkundige.
In 2025 besteden 75-plussers bij elkaar zo’n 5,5 miljard euro aan woonlasten en gas-water-licht, verwacht ING. “Wanneer gemiddeld grofweg de helft van hun overig besteedbaar inkomen naar besparingen en goederenconsumptie gaat, blijft zo’n 8,5 miljard euro over voor uitgaven aan diensten. De potentiële markt voor seniorendiensten inclusief wonen komt daarmee in 2025 op circa 14 miljard euro uit.” Door de vergrijzing en verbeterde inkomenspositie van ouderen ligt de marktpotentie in 2025 bijna een derde hoger dan in 2015. Voor echt vernieuwende dienstverleningsconcepten ligt er een “enorme markt” in het verschiet, volgens ING.
Zelfstandig wonen
Hoewel de vraag naar diensten toeneemt, wordt volgens ING “een groot deel van de ouderen” nog niet goed bediend. Zij blijven langer zelfstandig wonen, maar het aanbod van diensten aan huis is lang niet overal goed georganiseerd. De oudere consument heeft een steeds sterkere vraag naar ondersteund wonen, gezelligheid, veiligheid en comfort. Bestaande zorgaanbieders spelen vaak niet voldoende op deze wensen in, al zijn er volgens ING wel een aantal partijen die traditionele verzorgingshuizen succesvol hebben omgevormd tot vernieuwende woonzorgcentra. Kamers worden gerenoveerd tot ruime appartementen en bewoners kunnen kiezen uit servicepakketten op maat.
Nieuwe diensten voor senioren, zoals particuliere zorgvilla’s, richten zich tot nu toe veelal op ouderen met hoge inkomens. Toch liggen er volgens ING “genoeg kansen” voor vernieuwende dienstverleners die zich op de lagere en middeninkomens richten. Over de hele linie nemen namelijk de inkomens van senioren toe en de leegloop van verzorgingshuizen betreft nu vooral ouderen met benedenmodale inkomens. Senioren met benedenmodale inkomens zijn in 2025 goed voor zo’n 40 procent van de seniorenmarkt, verwacht ING. Dit komt neer op 6 miljard euro aan potentiële dienstverlening.
Erwin Winkel: “Nieuwe tijden vragen om een nieuwe aanpak. Senioren van nu blijven langer vitaal en zijn bereid de portemonnee te trekken voor diensten die hen in staat stellen hun eigen leven te leiden. Naast het ontstaan van een nieuwe vraag vermindert de overheid de ondersteuning voor de zorg voor ouderen. Dit biedt volop mogelijkheden voor zowel nieuwe als bestaande partijen die weten wat de oudere echt wil en met servicegerichte diensten op de klantvraag inspelen.”
Lessen voor succes
In het rapport heeft ING “lessen voor succes” van enkele koplopers op een rijtje gezet. Ten eerste: breng de markt in kaart. Met big data en kwalitatief onderzoek onder bewoners kan per wijk inzicht worden verkregen in de huidige en toekomstige marktvraag. Een tweede advies: verleg de focus van wonen met zorg naar ontzorging en comfort. Niet de vorm, maar de vraag moet centraal staan. Die klantvraag verschilt bovendien per persoon. De beleving van een veilige woonomgeving vereist bijvoorbeeld een gedifferentieerd dienstenaanbod dat per wijk en per persoon kan verschillen, variërend van een all-inclusive woonomgeving tot een persoonsalarmering op afstand.
Een andere, belangrijke les: ontwikkel toekomstbestendig vastgoed. “Bij nieuwbouw en verbouw moet niet alleen de huidige functie, maar ook de alternatieve aanwendbaarheid centraal staan”, stelt ING. Dor flexibel te bouwen kunnen woningen met geringe investering voor verschillende doelgroepen bewoonbaar worden gemaakt, en daardoor langer meegaan. Het financiële rendement moet bij nieuwbouw “minstens zo hoog” in het vaandel staan als het sociaalmaatschappelijke rendement. Het afschrijven en uiteindelijk slopen van vastgoed is onnodige kapitaalvernietiging, aldus ING, omdat dit kan worden voorkomen door flexibele bouw op gewilde plekken in combinatie met langetermijn-vastgoedbeheer.