65-plussers zijn het vaakst slachtoffer van een woninginbraak en online criminaliteit. Het aantal cybercrime-slachtoffers onder mensen van 75 jaar en ouder sterk is zelfs gestegen. Dat meldt thuiszorgorganisatie Zuster Jansen, op basis van de meest recente cijfers uit de Veiligheidsmonitor van het CBS.
Al jaren loop het aantal woninginbraken terug. Echter is deze daling niet bij alle leeftijdscategorieën gelijk. Omdat de dalende trend bij senioren het minst sterk is, hebben zij naar verhouding het meeste te maken met woninginbraken. Wat betreft cybercrime blijft het aantal slachtoffers van 65-plus in absolute zin achter op jongere slachtoffers, al groeit het aantal wel. Bij ouderen van 75 jaar en ouder groeit de cybercrime zelfs explosief. Dit blijkt uit een analyse van CBS-cijfers van thuiszorgorganisatie Zuster Jansen.
Cijfers
In 2012 werd bij 65-plussers nog het minst vaak ingebroken (ongeveer 1 procent van de mensen maakte een woninginbraak mee). In 2017 daalde dit iets (naar 0,9 procent). De daling onder andere leeftijdsgroepen was aanzienlijk groter. Daarmee passeerden zij deze oudste leeftijdscategorie.
Tussen 2012 en 2017 steeg het aantal gevallen van cybercrime bij 75-plussers met maar liefst 52 procent, terwijl dit in alle andere leeftijdscategorieën stabiel bleef of zelfs daalde.
Verklaring
Ouderen maken steeds meer gebruik van digitale apparaten. Waar in 2012 nog maar 34 procent van de 75-plussers op het internet te vinden was, is dit percentage in 2018 gestegen naar 68 procent. Ouderen weten daarnaast vaak niet goed hoe ze hun veiligheid waarborgen op internet en onderscheiden bijvoorbeeld niet zo makkelijk phishingmail van echte mail. Daardoor geven zij eerder hun persoonlijke gegevens ongemerkt aan criminelen.
Zuster Jansen adviseert goede voorlichting over online veiligheid, bijvoorbeeld van de ANBO.