In het rapport ‘Zorg voor de toekomst’ draagt de Sociaal-Economische Raad (SER) een breed pakket van adviezen en oplossingen aan. Deze lopen uiteen van de arbeidsmarkt en scholing tot de organisatie van de zorg en wet- en regelgeving. Bijzondere aandacht besteedt de SER echter aan digitale transformatie. Omdat op dit moment nog niet aan de randvoorwaarden voor een succesvolle implementatie wordt voldaan, laat Nederland volgens de SER op dit punt kansen liggen.
Silo-denken doorbreken
Een door alle betrokken partijen gedragen routekaart, inclusief investeringsagenda, moet uitkomst bieden. De overheid kan hier een rol spelen door het organiseren van ‘bondgenootschappen’ of coalities die deze transitie begeleiden. Deze bondgenootschappen moeten niet alleen de noodzaak van een functionerende zorg-ICT-infrastructuur uitdragen, maar de koers uitzetten en bewaken en zorgen voor collectief eigenaarschap en inclusieve oplossingen. Daarbij horen ook substitutie van oude zorgvormen, betere kostenschattingen op systeemniveau, innovatieruimte voor zorgprofessionals en wetenschappelijke bewijsvoering waar dat nodig is. “Zo komt de zorg van de toekomst eerder in beeld en worden silo-denken doorbroken”, aldus de SER.
Afdwingen
Specifieke aandacht besteedt de SER aan het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). De SER juicht recente initiatieven van het ministerie van VWS toe om meer regie te nemen en wettelijke verankering te bewerkstelligen. Ook de voorstellen voor betere communicatie tussen systemen voor het afdwingen van standaarden en onderlinge gegevensuitwisseling zijn stappen in de goede richting.
Best practices
Mocht merkbaar resultaat uitblijven, dan met een nieuw kabinet in de eerste helft van de regeertermijn een alternatief voorbereiden en uitvoeren in de vorm van een landelijk verplicht systeem voor de gehele zorgsector. “De raad wil hiermee een stevig signaal geven aan alle betrokken partijen, inclusief de ICT-bedrijven, om spoedig voortgang te bereiken met veilige en makkelijke data-uitwisseling in het belang van de zorgprofessionals”, licht de SER deze aanbeveling toe.
Versnellen
Om de digitale transformatie te versnellen zijn nieuwe mechanismen nodig. Best practices moeten landelijk worden opgeschaald en tot de norm worden gemaakt in het belang van de patiënt. Ook moeten beroepsverenigingen, zorgaanbieders en zorgverzekeraars af van het not invented here-syndoom en bereid zijn om van elkaar te leren, best practices te delen en over te nemen. Gelijktijdig zouden oude, achterhaalde werkwijzen in de zorg systematisch moeten worden afgebouwd en niet langer gefinancierd worden.
Te lang
De SER is kritisch over de huidige gang van zaken rond het vaststellen van normen voor betere zorg. “Tot dusverre duurt het vaststellen van beroepsnormen door wetenschappelijke verenigingen (te) lang”, stelt de SER. “Ook duurt het lang voordat de nieuwe richtlijn overal de standaardpraktijk is gemaakt in de zorg.”
Ruimer mandaat
De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is in dit verband vooral reactief. Zorgverzekeraars krijgen vooralsnog onvoldoende maatschappelijk draagvlak om via de inkoop een sturende rol te hebben. Het Zorginstituut zou daarom een veel actievere rol en ruimer mandaat moeten krijgen om de vrijblijvendheid weg te nemen. Met het oog hierop zou het bestaande programma ‘Zorgevaluatie en Gepast Gebruik’ kunnen worden uitgebreid met de Juiste Zorg op Juiste Plek.