Spoedzorg
In een recent rapport over de concentratie van spoedzorg, concludeert de NZa dat de organisatie van acute zorg anders moet teneinde de acute zorg voor iedereen beschikbaar te houden. “Onze spoedpoli Dokkum is een mooi voorbeeld dat het ook anders kan,” zo zegt SEH-arts en medisch manager Michiel Gorzeman van Sionsberg Netwerk Ziekenhuis (SNZ).
De Sionsberg was naar eigen zeggen het eerste ziekenhuis met een spoedpoli. Een groot deel van de spoedeisende zorgvragen is volgens Gorzeman uitstekend te behandelen buiten een volledig geoutilleerde spoedeisende hulp, zonder wachttijd voor patiënten.
Zorg dichtbij als het kan
Op de spoedpoli komen uitsluitend patiënten die zijn verwezen door een huisarts of ambulance. Met pre-hospitale triage kunnen de verpleegkundig specialisten de hoog- en laagcomplexe zorg goed scheiden. Slechts één op de tweehonderdvijftig patiënten ging het afgelopen jaar alsnog door naar een nabijgelegen ziekenhuis voor behandeling. Dit heeft volgens Gorzeman geen effect gehad op de kwaliteit van zorg.
Spoedzorg algoritme
Gorzeman: “Op een reguliere spoedeisende hulp zijn alle processen erop ingericht om hoog-complexe patiënten op te vangen. Als zo’n patiënt zich meldt, richten veel zorgverleners zich vooral op die doodzieke patiënt. Iedere minuut telt immers. Patiënten met een minder complexe zorgvraag hebben medisch gezien minder urgentie en zitten daardoor gemiddeld 3,5 uur te wachten op een behandeling. Bij ons is dat niet het geval. Met behulp van algoritmes bepaalt de verpleegkundig specialist van tevoren welke diagnostiek iemand nodig heeft. Een slim IT-systeem met ‘multi-resource planning’ helpt de spoedzorgvraag vervolgens planbaar te maken, waardoor je als patiënt binnen een uur een diagnose en behandelplan hebt.”