Franka Morssink
Morssink komt in juli 2022 als financiële topvrouw in de raad van bestuur van Philadelphia. Ze is dan een relatieve outsider. Daarvoor was ze CFO van de Jaarbeurs | VNU-groep. Eerder werkte zij voor McKinsey en voor Navitas Capital, de investeringsmaatschappij van Familie Zeeman. Daarnaast is zij lid van de raad van toezicht van omroep NTR.
Warme zakelijkheid
“Het bevalt erg goed”, vertelt ze. “Het was een bewuste keuze. De zorg is een prachtige sector om in te werken. Als bestuurder heb je te maken met cliënten en zorgverleners, maar ben je er ook om vorm te geven aan de transformatie die nodig is. Dat vraagt om een warme zakelijkheid.”
Een aantal dingen is Morssink opgevallen in haar eerste anderhalf jaar in de zorg. Zo moet de zorg eigenlijk nog sneller transformeren dan gedacht. “De urgentie is sneller toegenomen. De nieuwe cao (met loonsverhogingen van 10 procent, red.) en de toename van ‘personeel niet in loondienst’ is hierbij een factor van belang. De balans van betaalbaarheid van de zorg en schaarste is heel relevant. Eigenlijk moet de zorg nu sneller transformeren dan de sector in staat is om te leveren.”
Visie en leiderschap
Een transformatie in gehandicaptenzorg is nodig, om met de schaarse middelen nu en in de toekomst goede zorg te kunnen blijven leveren. “Een eerste vereiste is een visie op hoe onze sector zich ontwikkeld en welke rol wij hierin spelen. Daarnaast goed leiderschap, van de bestuurders in de zorg. We moeten een visie hebben op al die interne en externe factoren die op ons af komen. Het probleem is complex, een veelkoppig monster. De afzonderlijke koppen van het monster, zoals de arbeidsmarktkrapte, kun je zien aankomen. Een visie om met al die koppen om te gaan is een ander verhaal en biedt ook kansen.”
Moedig gesprek
Volgens Morssink vraagt de transformatie om een wezenlijk andere manier van acteren. “Wat is de rol van Philadelphia? Met 600 locaties, 10.000 cliënten en 7.500 medewerkers? Wij staan voor het ‘gewone en eigen leven van onze cliënt’, midden in de maatschappij. In het leven maak je gewoonlijk verschillende fases door, waarbij je ook op andere plekken komt te wonen, vanuit het huis van je ouders ga je op jezelf en je kunt ook nog weer eens een keer verhuizen. Tegen cliënten en hun verwanten is gezegd dat ze een leven lang op die plek kunnen blijven wonen. Dat is een belofte die je hebt gedaan. Als je ze vraagt om dat overmorgen anders te doen, dan vraagt dat een moedig gesprek. Als bestuurder ben ik me daar heel sterk van bewust.”
Sociale innovatie
Cliënten en verwanten, maar ook medewerkers vragen om dingen anders te gaan doen, is wel wat er moet gebeuren. “Dat die verandering er moet komen, is evident”, stelt Morssink. “Maar het veranderen van de zorg betekent vaak iets moeten loslaten. Het is belangrijk om te bedenken hoe je mensen daarin kunt meenemen. We gaan in gesprek met cliënten en hun netwerk. Wat kunnen we verwachten van dat netwerk. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat cliënten zo goed mogelijk onderdeel kunnen zijn van de samenleving en daarbij ook hun talenten kunnen benutten. Natuurlijk kunnen digitale hulpmiddelen en technologische innovaties een rol spelen, maar we focussen ons ook op de sociale kant van innovatie.”
Passie opnieuw inrichten
Daarnaast is het zaak om de eigen organisatie wendbaar te maken, vervolgt Morssink. “Je moet draagvlak creëren door medewerkers te betrekken en te luisteren naar hun verhalen. We hebben intern de discussie gevoerd over de vraag: wat is goede zorg? Iedereen voelt en ervaart de urgentie, dat verandering noodzakelijk is. Begrip is er zeker, maar medewerkers vinden verandering ook lastig. We zijn als mensen ook gewoontedieren. Ik was laatst bij de viering van een 40-jarige jubileum. Een medewerker zei: vroeger mocht ik na het bezoek aan de tandarts nog wat leuks gaan doen met de cliënt. Die passie voor het vak, voor de zorg, is zo groot, daar moet je oog voor hebben. Je moet mensen helpen om het vak, die passie opnieuw in te richten.”
Kennis en kunde delen
Om als zorg verder te komen, moeten organisaties veel meer kennis en kunde delen, zegt Morssink. “In de zorg zijn mensen gewend om veelal vanuit hun eigen organisatie te opereren, in dienst van hun eigen organisatie. Maar als je zorggeld gebruikt om te innoveren en je krijgt het werkend, wil je eigenlijk dat het voor zo veel mogelijk organisaties, cliënten en medewerkers gaat werken. Bestuurders moeten veel meer actief de samenwerking opzoeken. De een is wat verder dan de ander, maar als ik collega’s ontmoet, bijvoorbeeld in een van de commissies van de brancheorganisatie, is er een heel positieve grondhouding.”
DigiContact
Als goed voorbeeld van hoe de transformatie in de zorg vorm kan krijgen, noemt Morssink het platform DigiContact, de 24-uurs dienst voor zorg op afstand. Cliënten en medewerkers kunnen hier met al hun zorgvragen terecht. Het platform is ontwikkeld vanuit Philadelphia, maar intussen zijn zo’n 40 zorgorganisaties erop aangesloten. “Het is een prachtig voorbeeld van iets dat werkt en toegankelijk en beschikbaar is en waarvan zorgaanbieders hebben gezegd: daar doen wij aan mee en stellen wij ons cliëntdossier voor open.”
Verantwoordelijkheid nemen
Philadelphia, benadrukt Morssink tot slot, moet als grote zorgaanbieder de verantwoordelijkheid blijven nemen om ervoor te zorgen dat er middelen beschikbaar blijven om te innoveren en te investeren in de transformatie. “De gehandicaptenzorg, is niet een van de ondertekenaars van het Integraal Zorgakkoord. Philadelphia wordt wel vaak betrokken bij plannen die in de regio’s worden gemaakt. “Daar kijken we ook met de zorgkantoren wat nu de juiste weg is. Kun je met elk regionaal initiatief meedoen? Is een landelijke oplossing die uitgerold kan worden in de regio’s soms niet beter?”
De Skipr99 editie 2024 wordt op dinsdag 19 december 2023 op Skipr.nl bekend gemaakt. Houdt u onze site in de gaten voor artikelen en podcasts in de aanloop naar de bekendmaking en op de dag zelf.
Meer lezen in deze reeks:
Maurice van den Bosch: ‘Veranderen is voorlopig de enige constante in de zorg’
Stephanie Klein Nagelvoort Schuit: ‘Heb het lef om het belangrijke verhaal te vertellen
Mark van Houdenhoven: ‘Transformeren doe je niet alleen’
Mark Kramer: ‘Belangrijke keuzes in de zorg niet voor ons uitschuiven’