Foto: Mark van Houdenhoven - Careyn
Mark van Houdenhoven was bijna tien jaar voorzitter van de raad van bestuur van de Sint Maartenskliniek. Dit jaar maakte hij de overstap naar Careyn. “Ik ben terug bij mijn eerste liefde. In de ouderenzorg ben ik begonnen”, vertelt Van Houdenhoven. “Toen hadden we het nog over bejaardenoorden. Het klinkt veel langer geleden, maar we hebben het over de jaren ’90. Ook toen waren er al grote vraagstukken in de zorg. Grote veranderingen zijn in de zorgsector eigenlijk van alle tijden.”
Mensen ontmoeten
Hoewel de stap naar Careyn een terugkeer op bekend terrein is, heeft de zorgbestuurder toch even moeten omschakelen. “Ik vind het belangrijk om mensen in de organisatie te ontmoeten. Bij een ziekenhuis gaat het dan meestal om één of twee gebouwen. Bij Careyn is dat wel een ander verhaal, met tientallen locaties en thuiszorgteams”, lacht hij. “Gelukkig was er bij mijn overstap al wat voor mij voorbereid, ik ben al op veel locaties geweest. Door bijvoorbeeld steeds op een andere locatie te vergaderen, ontmoet je daar de mensen.”
“Wat ik daarvan opsteek”, vervolgt Van Houdenhoven. “Is dat het beleid altijd klopt en altijd waar en goed is. Echter, als je met individuen spreekt, dan hoor je het echte verhaal van het beleid. Dat wil niet zeggen dat je het beleid meteen moet aanpassen, maar geeft vaak wel aan dat je het beleid nog handen en voeten moet geven om mee te werken.”
Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’
Als voorbeeld noemt de kersverse topman van Careyn het Integraal Zorgakkoord (IZA). “Daarin wordt gesproken over het langer zelfstandig thuis wonen door ouderen. Een mooie zinsnede is: we gaan van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. In de thuiszorg betekent dat mensen helpen om meer dingen zelf te doen. Het klopt en ik twijfel er niet aan dat dit nodig is en dat het mensen ook een gevoel van eigenwaarde geeft. Aan de andere kant: mensen die in de thuiszorg werken, moeten dit aan cliënten gaan vertellen: u moet dit voortaan zelf doen.”
Het ‘zorgen voor’ blijkt diep in zorgmedewerkers geworteld te zitten. Zorgverleners krijgen echter ook te maken met naasten van cliënten die zeggen: leuk bedacht, dat zelf doen, maar ik heb toch liever dat u het doet. “Je moet daarom enerzijds je medewerkers helpen dat gesprek te voeren en je moet anderzijds ook de samenleving opvoeden. Dat is een proces waar je de tijd voor moet nemen. De huidige medewerkers moet je trainen om het gesprek te voeren. In de opleiding van nieuwe medewerkers moet er meer aandacht voor zijn. In de samenleving moet je het gesprek aangaan en uitleggen waarom een bepaalde verandering nodig is. Het vraagt om continue gesprekken, waarbij je echt oog voor elkaar hebt.”
Transformeren doe je niet alleen
Tussen de curatieve zorg, zoals die in de Sint Maartenskliniek, en de verpleging en verzorging, ziet Van Houdenhoven wel verschillen. “In het ziekenhuis is de zorg er op gericht om een oplossing te bieden, iets te verbeteren. In de verpleeghuiszorg gaat het vaker over het bieden van een goed leven, het gaat over een stuk welzijn in een kwetsbare periode in het leven van cliënten.” Toch gelooft van Houdenhoven dat sectoren binnen de gezondheidszorg zeker van elkaar kunnen leren. Dat leren mag ook best wat breder, stelt hij.
“Transformeren doe je niet alleen. Alle sectoren in de zorg kunnen van elkaar leren. De curatieve zorg kan van de care wat leren over samen beslissen. De vvt kan wat leren van de ziekenhuiszorg als het gaat over het toepassen van innovaties. Maar we kunnen ook kijken naar sectoren buiten de zorg en naar het buitenland.”
Beste zorgstelsel
Bij het leren van het buitenland, plaats van Houdenhoven een kanttekening. “De zoektocht naar het beste zorgstelsel is een vruchteloze. Een stelsel moet passen op de samenleving. Het Amerikaanse zorgstelsel zou niet in Nederland passen, omdat het andere samenleving is. Wel zou je je kunnen afvragen of elementen uit dat stelsel wel bruikbaar kunnen zijn. Als je kijkt naar India, zie je dat het zorgstelsel en de samenleving totaal onvergelijkbaar zijn. Maar Aravind Eye Care is een organisatie die daar met minimale middelen, met weinig dokters, de beste oogzorg weet te organiseren. Wat kunnen wij daarvan leren?”
Schaarste
Het opereren in een tijd van schaarste is voor grote delen van de Nederlandse gezondheidszorg nu al de realiteit. De schaarste kan de komende jaren nog wel nijpender worden. “Ik zit al dertig jaar in de zorg en altijd moet het beter”, zegt Van Houdenhoven daarover. “Die ambitie is prachtig. Ook als het gaat over de opgave voor de toekomst. Het is oplosbaar. Er is ons elk jaar wel een financiële ramp voorspeld. We waren steeds bereid om te betalen. Betekent dat dit oneindig door kan? Nee, geld is misschien ‘oneindig’, dat zou je kunnen ‘bijdrukken’, maar mensen kun je niet bijdrukken.”
Die schaarste aan mensen, vraagt om andere oplossingen. “Er zijn prachtige initiatieven”, vervolgt Van Houdenhoven. “Austerlitz is een bekend voorbeeld van een zorgcoöperatie, een zorgzame gemeenschap eigenlijk. Intussen zijn er ongeveer 1500 van zulke voorbeelden, waar mensen zeggen: wij gaan als gemeenschap voor elkaar zorgen. Als formele zorgorganisatie moeten we die kracht die er in gemeenschappen zit ook benutten. Vaak wordt er dan gesproken over wat we aan mantelzorgers kunnen overlaten, maar ik vind dat de verkeerde toon. We moeten het hebben over hoe we, als formele zorg, om families heen kunnen gaan staan.”
Maatschappelijke vraagstukken
Volgens Van Houdenhoven is het belangrijk om te beseffen dat niet alles met zorg kan worden opgelost. “We moeten ook niet een te grote broek aantrekken. We denken in de zorg vaak dat we het allemaal zelf wel kunnen oplossen, maar dit kun je niet alleen. Het misschien een beetje pijn, want we zijn opgeleid, de mentaliteit van ‘wij lossen het wel op’ zit heel diep. Maar maatschappelijke vraagstukken en vraagstukken van gezondheid, gaan ook over woningbouw, scholing, innovatie.”
“Als de politiek beloftes doet die ik niet kan waarmaken, ga ik die discussie graag aan”, gaat van Houdenhoven verder. “We moeten het met elkaar doen. De rol van bestuurders is om op te staan en het voortouw te nemen. Dat kan soms ten koste gaan van onze eigen organisatie. Maar geen baan meer hebben? Daar hoeft de komende 40 jaar niemand zich zorgen om te maken. Misschien is het wel onder een andere paraplu.”
Een ding moet Van Houdenhoven tot slot van het hart. “We roepen wel heel vaak dat het allemaal heel zwaar is. Ja, medewerkers beulen zich af voor hun cliënten, maar het is ook een ontzettend mooi vak. Als je jongeren wil afschrikken moet je vooral blijven roepen hoe slecht het allemaal is. Natuurlijk, het is ook ingewikkeld, maar kom op, we moeten aan de bak en het gaat lukken. Ik ben een optimist. Ik daag menig bedrijfstak uit als het gaat om innovatie: wij veranderen continu. Het kan soms best sneller, en dat moet ook. Zaak is dat we altijd voor onze medewerkers blijven staan.”
De Skipr99 editie 2024 wordt op dinsdag 19 december 2023 op Skipr.nl bekendgemaakt. Houdt u onze site in de gaten voor artikelen en podcasts in de aanloop naar de bekendmaking en op de dag zelf.
Meer lezen in deze reeks:
Maurice van den Bosch: ‘Veranderen is voorlopig de enige constante in de zorg’
Stephanie Klein Nagelvoort Schuit: ‘Heb het lef om het belangrijke verhaal te vertellen
Franka Morssink: ‘De zorg moet sneller transformeren’
Mark Kramer: ‘Belangrijke keuzes in de zorg niet voor ons uitschuiven’