Bijna veertig procent van de zelfstandige medische specialisten vormt het liefst een ziekenhuisbreed collectief, dertig procent heeft een voorkeur voor de huidige situatie van kleinere maatschappen.
Van een loondienstverband moeten de meeste specialisten in vrije vestiging niets hebben. Slechts 20 procent voelt voor een loondienstverband. De resterende 10 procent zou het liefst in een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) werken. Eén en ander blijkt uit het onderzoek van Wout Koelewijn die op 28 maart aan de Universiteit Twente promoveert op het proefschrift ‘Doctors in Business – A study into what drives physicians’ entrepreneurship’.
Botsen
Door de invoering van integrale tarieven en de aanpassing van de fiscale spelregels voor ondernemerschap in 2015 beraden zowel ziekenhuizen als specialisten zich op hun samenwerking. Volgens Koelewijn grijpen beleidsmakers te makkelijk naar het loondienstmodel als antwoord op de nieuwe situatie. De huidige discussies over de positionering van medisch specialisten wordt sterk gevoerd vanuit economische, juridische en fiscale argumenten, aldus Koelewijn. Dokters laten zich volgens Koelewijn vooral leiden door autonomie in het medisch handelen, gebaseerd op medische expertise. Dit kan botsen met de meer bedrijfsmatige kijk van ziekenhuizen, die sterk gericht is op efficiëntie en kostenbeheersing.
Risico
“Het risico bestaat dat hierdoor constructies worden ontwikkeld die tegenstellingen tussen artsen en managers verdiepen in plaats van overbruggen”, stelt Koelewijn. “Onderzoeksresultaten tonen aan dat dit ertoe kan leiden dat medisch specialisten het ziekenhuis willen verlaten op zoek naar mogelijkheden om meer grip te krijgen op de eigen setting.” Koelewijn concludeert dan ook dat ziekenhuizen er verstandig aan doen om ook na 2015 ruimte te laten voor ondernemerschap door medisch specialisten.