Als patiënten in een ziekenhuis een CT-scan van de borstkas ondergaan, wordt soms bij toeval een vlekje op de longen (incidentele longnodus) ontdekt. Zo’n longvlekje is vrijwel altijd goedaardig, maar heel soms, in minder dan 4 procent van de gevallen, een vroege vorm van longkanker. Om daar zekerheid over te krijgen, wordt de ontwikkeling van het longvlekje enige tijd gevolgd.
Tot voor kort duurde die controleperiode vaak twee jaar. In die tijd kwamen patiënten tot vier keer langs voor een nieuwe CT-scan, én tot vier keer op de polikliniek om de resultaten te bespreken met hun arts. “Zowel voor longartsen als patiënten was dat behoorlijk tijdrovend”, aldus Miranda Snoeren, radioloog bij het Radboudumc. “Patiënten zaten bovendien lang in onzekerheid, terwijl in de meeste gevallen er niets aan de hand was. Vandaar dat we op zoek zijn gegaan naar een manier om dit traject te versnellen.”
Nieuwe werkwijze
In de nieuwe manier van werken doet de radioloog de eerste beoordeling. “Zolang een longvlekje niet groeit, is een gesprek met de longarts meestal niet nodig”, aldus Niels Claessens, longarts bij Rijnstate. “Radiologen zijn uitstekend in staat om dit te beoordelen. Pas als zij zien dat een longvlekje verandert of groeit op de scan, verwijzen ze de patiënt door naar een longarts voor verder onderzoek”.
Bij een goede uitslag ontvangen patiënten de resultaten van de scan digitaal. Ze kunnen vervolgens een bel- of videoconsult plannen met een radioloog of een verpleegkundig specialist, als ze nog vragen hebben.
Het afgelopen jaar hebben Radboudumc en Rijnstate de nieuwe werkwijze in de praktijk getest. “Dat liep erg goed. Verreweg de meeste consulten konden door de radioloog of verpleegkundig specialist worden gedaan”, vertelt Erik van der Heijden, longarts bij het Radboudumc. “Een mooi voorbeeld van ‘de juiste zorg op de juiste plaats’ dus: wij als longartsen krijgen zo op onze polikliniek meer ruimte om andere patiënten te zien.”