Foto: WavebreakMediaMicro / stock.adobe.com
Niet specialisten ouderenzorg, maar zorgaanbieders behoren te zoeken naar crisisbedden. De beroepsverenigingen specialisten ouderengeneeskunde en artsen VG en (Verenso en NVAVG) roepen hun leden op om te stoppen met het zoeken naar crisisbedden.
Crisisbedden
Op dit moment besteden veel specialisten ouderengeneeskunde en artsen VG tijd aan het zoeken van het juiste bed, terwijl dat nadrukkelijk niet tot hun verantwoordelijkheid hoort. Specialisten ouderengeneeskunde en artsen VG vervullen een rol binnen de regionale crisisdiensten, waarbij patiënten soms acuut gedwongen moeten worden opgenomen. In 2020 zijn afspraken gemaakt over rolverdeling en de randvoorwaarden om als artsen het werk goed te kunnen uitvoeren. Eén daarvan is de beschikbaarheid van voldoende crisisbedden.
Taken artsen
“Het is niet de taak van artsen om een geschikt bed te zoeken en te vinden. Die verantwoordelijkheid ligt bij zorgaanbieders, die met hulp van crisisregisseurs of andere functionarissen snel het juiste bed moeten aanbieden. De belangrijkste taak en verantwoordelijkheid van de artsen bestaat uit het inschatten van het ernstig nadeel, de vermoedelijke PG of VG-diagnose en de noodzaak tot gedwongen opname”, aldus Jacqueline de Groot, voorzitter van Verenso.
Onvoldoende crisisbedden
Wanneer er onvoldoende crisisbedden beschikbaar zijn, stagneert de doorstroom van patiënten in de reguliere zorg. Vanuit het principe ‘de juiste zorg op de juiste plek’ moet volgens Verenso en NVAVG ook de regionale crisiszorg worden ingericht. Dit betekent dat in elke regio voldoende crisis- en doorstroomplekken beschikbaar moeten zijn. Verenso en NVAVG roepen zorgaanbieders en zorgkantoren op om deze randvoorwaarde met voorrang aan te pakken. Matijn Coret, voorzitter van NVAVG: “Belast artsen niet met het regelen van randvoorwaarden, maar regel de randvoorwaarden zodat artsen bij onvrijwillige zorg goede, patiëntveilige zorg kunnen blijven leveren.”
Taak zorgaanbieders
In december 2020 werden afspraken gemaakt voor de uitvoering van de Wzd. Zorgkantoren hebben toen toegezegd om een passend zorgaanbod in te kopen. Brancheorganisaties ActiZ en VGN gaven aan hun aanbieders op te roepen om een geschikt aanbod van crisisbedden te realiseren. “We zijn inmiddels ruim twee jaar verder en van deze toezeggingen is in een aantal regio’s nog weinig terechtgekomen. Ondertussen lopen de toch al schaarse artsen VG en specialisten ouderengeneeskunde alle gaten dicht. Dat moet stoppen”, vindt Coret. NVAVG en Verenso roepen hun leden daarom per direct op te stoppen met het dichtlopen van dit soort gaten. De Groot: “Passende zorg en behandeling is niet dat de arts ingezet wordt voor het zoeken van een bed.”
Wzd en Wvggz: terug naar één wet
Voor de ggz geldt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de psychogeriatrische zorg (PG) en verstandelijk gehandicaptenzorg (VG) geldt de Wet zorg en dwang (Wzd). De crisiszorg is bij uitstek een voorbeeld waarin beide wettelijke regimes samenkomen. De onduidelijkheid en extra administratieve belasting die gepaard gaan met het bestaan van twee verschillende wetten voor gedwongen zorg, is volgens Verenso en de NVAVG niet in het belang van een goede en veilige patiëntenzorg. Verenso en NVAVG pleiten daarom op termijn voor één wettelijke regeling, die de knelpunten van beide huidige regelingen verhelpt.
Zolang dit nog niet het geval is, dienen knelpunten die samenhangen met het bestaan van twee wetten zoveel mogelijk te worden opgelost. Als er bijvoorbeeld sprake is van wisselende hoofddiagnoses, dan moet eenvoudiger geswitcht kunnen worden tussen beide wettelijke regimes. Bijvoorbeeld door dezelfde opnametitels en termijnen over te nemen en niet weer nieuwe procedures op te moeten starten, met alle administratieve belasting van dien.
Vereenvoudigd stappenplan
Een brede groep van veldpartijen, waaronder NVAVG en Verenso, is dit najaar tot een advies gekomen over een vereenvoudigd Wzd-stappenplan, waarin meer maatwerk mogelijk is. Verenso en NVAVG willen de komende maanden duidelijkheid van VWS en IGJ op de vraag of dit vereenvoudigde stappenplan gehanteerd mag worden, in afwachting van een wetswijziging op dit punt.