De druk op het kabinet om scholen te sluiten neemt zienderogen toe. Inmiddels dringt ook nagenoeg de voltallige oppositie daarop aan. Bruins wil vooralsnog niet verder gaan dan de al afgekondigde maatregelen, maar gaat daarover zondagmiddag met de Federatie Medisch Specialisten (FMS) praten. “Mogelijk kan dat de standpunten nader tot elkaar brengen.” Onderwijsminister Arie Slob gaat ondertussen opnieuw praten met vertegenwoordigers van de basis- en middelbare scholen.
Onderbouwing besluit
De FMS wil “het zekere voor het onzekere nemen” en “per direct” alle scholen sluiten. “Wij vragen de politiek om het maximale te doen wat nodig is”, zegt KNO-arts en Federatievoorzitter Peter Paul van Benthem. “Wij willen onze dokters en alle zorgverleners veilig houden, ook in de thuissituatie. Is er voldoende onderbouwing van het besluit dat de kinderen niet veel bijdragen aan de transmissie van het virus?’’
Kinderen beperkte rol verspreiding
Bruins werpt tegen dat de artsen die hem met advies bijstaan “ook medisch specialisten” zijn. Zij stellen dat kinderen “maar een zeer beperkte rol spelen bij de verspreiding” en dat de scholen daarom open kunnen blijven. Dat is ook belangrijk om te voorkomen dat ouders die bijvoorbeeld in ziekenhuizen werken, thuis moeten blijven om hun kinderen op te vangen.
Onthouding sociale contacten
De FMS wil ook op andere terreinen een doortastender aanpak. “Wij zijn blij met de urgentie die spreekt uit de manier van aanpak van deze crisis door het Outbreak Management Team, het RIVM, minister Bruins en het kabinet. We zien de dilemma’s. De dringende adviezen van de artsen in de ziekenhuizen in Noord-Brabant kunnen we echter niet in de wind slaan. Ga niet meer naar feestjes. Onthoud je van sociale contacten. Dit moeten we echt doen als we samen de stijging van het aantal besmettingen tot stilstand willen brengen.”
Van Benthem maakt zich ook zorgen over de juiste materialen voor de bescherming van zorgpersoneel en patiënten. “Er is dringend behoefte aan mondkapjes en testmateriaal. Het werkt zeer demotiverend wanneer de spullen er niet zijn.” (ANP)