Idee stt Folgeinnovationen an
Bij het St. Antonius krijgt een derde van de prostaatkankerpatiënten geen operatie en geen bestraling. Door af te wachten en niet direct te behandelen worden onnodige behandelingen voorkomen en bovendien zorgkosten bespaard, zo maakt het ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein bekend.
Prostaatkanker is de meest voorkomende kanker soort onder mannen en in het St. Antonius komen elk jaar meer dan 1.000 patiënten met verdenking van prostaatkanker. Het is daarmee het grootste oncologisch centrum op het gebied van prostaatkanker in de regio Utrecht. Het ziekenhuis voert al langere tijd een afwachtend beleid bij relatief onschuldige vormen van prostaatkanker.
“De afgelopen jaren heeft afwachten een steeds belangrijkere rol gekregen in de urologische praktijk in algemene zin en wij als St. Antonius zijn daar voorlopers in geweest”, zo laat een woordvoerster van het ziekenhuis weten. “Het niet behandelen van prostaatkanker is tegenwoordig een vast onderdeel in ons behandelpalet.”
Afwachten is soms beter
“Het is misschien een wat gek contrast. Het grootste centrum dat juist minder behandelingen bij prostaatkanker uitvoert”, zegt uroloog Roderick van den Bergh. “Toch is het belangrijk om met elke patiënt de afweging te maken of actief behandelen écht nodig is. Bij relatief onschuldige tumoren is het soms beter om af te wachten en de patiënt regelmatig te controleren.”
De basis voor dit beleid ligt in data uit studies naar de vroeg-opsporing van prostaatcarcinoom. Dit is tien jaar geleden voor het eerst beschreven. Uit deze studies bleek dat prostaatkanker door de PSA bloedtest in een steeds vroeger stadium gevonden werd. Niet al deze tumoren zouden met klachten aan het licht gekomen zijn als er geen bloed zou zijn geprikt en niet allemaal hebben dus baat bij behandeling.
Ongeveer een derde van de patiënten blijkt een niet-agressieve tumor te hebben en wordt niet direct behandeld maar komt in plaats daarvan regelmatig op controle om de tumor in de gaten te houden. De mannen krijgen bij het St. Antonius elke drie maanden een lichamelijk onderzoek en een bloedonderzoek. Ook wordt er ieder jaar een scan van de tumor gemaakt. Meestal is dat een MRI-scan, maar sinds kort wordt ook een PET-scan gemaakt.
Nauwkeuriger beeld van de tumor
“We doen op dit moment onderzoek naar het inzetten van de PET-scan in het behandeltraject”, vervolgt Van den Bergh. “Deze geeft een nog nauwkeuriger beeld en laat ook de activiteit van het weefsel zien. Hiermee proberen we met nog meer zekerheid te zeggen of het inderdaad om een onschuldige vorm gaat en proberen we een operatie of bestraling te voorkomen.” Als de scan uitwijst dat de tumor toch groeit en actief wordt, dan wordt het weefsel onderzocht en krijgt de patiënt zo nodig alsnog een operatie of bestraling.
“De key question is de selectie van tumoren; welke doet de komende jaren geen kwaad wanneer deze onbehandeld blijft, en welke verdient toch behandeling”, vult de woordvoerder van het ziekenhuis aan. “Waar we eerst volledig afgingen op de details van de prostaatbiopten, maken we tegenwoordig een MRI scan en PET scan van de prostaat, om een veel betere en betrouwbaardere risico inschatting te kunnen maken van de aanwezige maligniteit. Hier zijn veel recenter de afgelopen jaren belangrijke stappen in gemaakt en door ons onderzoek verwachten we hier nog meer duidelijkheid in te kunnen geven. Ook een inschatting van de comorbiditeit en levensverwachting van de patiënt is hierbij natuurlijk essentieel.”
Uitgebreid gesprek met patiënt
Patiënten zijn positief over het afwachtende beleid, alhoewel het in het begin wel even wennen is, stelt het ziekenhuis vast. Van den Bergh: “De meeste mannen schrikken enorm van de diagnose en willen graag direct behandeld worden: ze willen van die tumor af. Dat is een heel begrijpelijke reactie en bij agressieve vormen of jonge patiënten is dat vaak ook de enige oplossing. Maar bij veel vormen van prostaatkanker is dat helemaal niet nodig. Met een niet-agressieve vorm kun je bij wijze van spreken 100 worden. Een ingrijpende behandeling zoals bestralen is dan net als schieten met een kanon op een mug. Bovendien is er bij een operatie of bestraling kans op complicaties, zoals erectiestoornissen, incontinentie of darmproblemen.”
Tijdens een uitgebreid gesprek wordt samen met de patiënt besloten of het afwachtende beleid inderdaad de beste behandeling is voor de betreffende patiënt. Hierbij schuiven naast de uroloog ook de oncologisch verpleegkundige en de radiotherapeut aan. “Een intensief gesprek, waarin we met elkaar alle kanten belichten. De meeste patiënten met een niet-agressieve vorm kiezen na dit gesprek voor het afwachtende beleid.”
De behandelkeuze blijft natuurlijk altijd een samenspel van wensen van de patiënt en het advies van de arts, benadrukt het ziekenhuis. Een duidelijke voorkeur van een patiënt wordt wel gerespecteerd. Als de psychologische bezwaren van een afwachtend beleid te groot zijn voor een patiënt, kan alsnog worden gekozen voor een operatie of bestraling.
Lagere kosten
Niet alleen de kans op complicaties neemt af bij het afwachtende beleid; ook de kosten gaan omlaag, stelt het Antonius. “Door niet actief te behandelen, maar af te wachten besparen we een boel geld. Het maken van scans kost uiteraard geld, maar een operatie of bestraling is vele malen duurder.”
Er zijn voor de financiering van niet behandelen nog geen afspraken met zorgverzekeraars. “Voor ons als ziekenhuis en voor onze specialisten is en blijft het hoofddoel om behandelingen uit te voeren die waarde toevoegen voor de patiënt. Uiteraard komt daar ook een financiële kant bij kijken en moet die op orde zijn, maar dat is niet onze primaire doelstelling. Op dit moment zijn wij volop in overleg met zorgverzekeraars over hoe om te gaan met alle veranderingen in de zorg die op ons afkomen, waar ook minder behandelingen (en meer op waarde gebaseerde zorg) een belangrijk onderdeel van is. Het afwachtende beleid bij de behandeling van prostaatkanker komt hier ter sprake, net als het niet-behandelen bij andere aandoeningen. Deze gesprekken zijn echter nog in volle gang”, aldus de woordvoerster namens het Antonius Ziekenhuis.