Eine Verkehrsampel zeigt rotes Licht. Symbolfoto für Halt, Ausstieg und Gefahr. Autoflotte, 11/2013, Urteile Publikationsname / Publikationsnummer / E-Tag TT.MM.JJJJ (optional)
De niet-gecontracteerde ggz is duurder en biedt geen structurele oplossing van de wachttijden in de ggz. Dat schrijft staatssecretaris Paul Blokhuis in een brief aan de Kamer. Het kabinet overweegt nieuwe maatregelen om de toename van niet-gecontracteerde geestelijke gezondheidszorg tegen te gaan.
Uit onderzoek van Arteria Consulting in opdracht van het ministerie van VWS blijkt dat het aandeel niet-gecontracteerde ggz zowel in relatieve als in absolute zin is toegenomen tussen 2014 en 2016. Het gaat in 2016 om 187 miljoen euro, oftewel 6,3 procent van de curatieve ggz. In 2014 ging dat nog om 128 miljoen euro, wat neerkomt op 4,4 procent van het vergoede bedrag. Deze groei komt met name door een toename in omzet van volledig niet-gecontracteerde aanbieders. Het aandeel deels-gecontracteerde zorg is stabiel.
In 2016 is ongeveer 8,5 procent van alle patiënten behandeld door niet-gecontracteerde zorgaanbieders. De top drie met het hoogste percentage niet-gecontracteerde aanbieders in 2016 zijn ambulante instellingen (36 procent), “overige” zorgaanbieders (43 procent) en verslavingszorginstellingen (31 procent).
Uit het onderzoek blijkt dat patiënten geen verschil merken in kwaliteit of doelmatigheid tussen gecontracteerde of niet-gecontracteerde zorg. De kosten van niet-gecontracteerde geestelijke gezondheidszorg zijn echter bij de meeste behandelaars een stuk hoger. Bij de psychologische zorgverleners, ambulante instellingen en vrijgevestigde psychiaters zijn de vergoede kosten per patiënt respectievelijk 15 procent, 37 procent en 39 procent hoger. Bij de niet-gecontracteerde verslavingszorgaanbieders zijn de vergoede zorgkosten per patiënt 21 procent hoger vergeleken met de gecontracteerde verslavingszorgaanbieders.
Inmenging zorgverzekeraars
Een deel van de zorgaanbieders in de ggz geeft het in het onderzoek aan dat zij het aangaan van een contract met een zorgverzekeraar ervaren als ‘gedoe’. Een deel is principieel tegen enige inmenging van zorgverzekeraars als het gaat om de inhoud van de behandeling. De meeste vrijgevestigde behandelaren benoemen als voordeel dat je veel meer vrijheid hebt zonder contract. Vrijheid om zelf te bepalen hoe je de behandeling inhoudelijk vormgeeft, waardoor je kunt doen waar je zelf achter staat.
De relatie met zorgverzekeraars is vaak moeizaam. Het kost de vrijgevestigde behandelaren moeite om zorgverzekeraars te bereiken. Ze ervaren de reactie van zorgverzekeraars vaak als standaardantwoorden. Sommige respondenten geven aan behoefte te hebben aan een inhoudelijk frontoffice.
Zorgverzekeraars op hun beurt ervaren de toename van niet-gecontracteerde ggz als een probleem. Zij proberen de groei hiervan tegen te gaan. Hoe zij hier in de praktijk invulling aan geven, verschilt per zorgverzekeraar. Het minder kunnen sturen op de kwaliteit en doelmatigheid en hogere kosten zien alle zorgverzekeraars als belangrijkste nadelen van niet-gecontracteerde zorg. Vooral het gebrek aan transparantie omtrent het vormgeven van de behandeling bij niet-gecontracteerde aanbieders stoort hen. Volgens verzekeraars “verschuilen” sommigen zich achter privacyverklaringen.
Een aantal zorgverzekeraars benoemt dat er bovendien partijen zijn die bewust geen contract willen. Deze partijen steken hun bedrijfsvoering en aanbod richting patiënten “commerciëler” in, aldus de zorgverzekeraars. Deze zorgaanbieders richten zich op een nichemarkt of bieden aantrekkelijke behandelvoorwaarden, zoals behandeling in het buitenland. Zorgverzekeraars erkennen wel dat niet-gecontracteerde zorg ruimte biedt aan innovatie.
Kwaliteit
Anders dan patiënten ervaren zorgverzekeraars wel verschillen tussen gecontracteerde en niet-gecontracteerde zorgaanbieders op het gebied van kwaliteit en doelmatigheid. Dit wordt echter vooral ingegeven door het ontbreken van inzicht in de processen van niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Los van de contractering benoemt een aantal zorgverzekeraars het ontbreken van een objectieve meetlat voor kwaliteit in de ggz als een probleem. Zij vinden het ingewikkeld om duiding te geven aan kwaliteit, maar zien hierin vooral een taak voor het veld zelf.
Meerdere zorgverzekeraars gaven aan het afgelopen jaar hun inkoopbeleid te hebben aangepast om contracteren te stimuleren, onder andere door de administratieve lasten te verlagen of door beperkingen op het gebied van budgetplafond of vestigingsplaats te laten vervallen.
Wachttijden
Ook staatssecretaris Blokhuis wil het contracteren stimuleren. Voor de staatssecretaris weegt mee dat uit de rapportage ook blijkt dat de niet-gecontracteerde ggz geen algemene oplossing is voor de wachttijdenproblematiek in de sector. De diagnosegroep met de hoogste wachttijd – pervasieve stoornissen, waaronder autisme valt – wordt beperkt behandeld in de niet-gecontracteerde ggz. Daar staat tegenover dat enkele andere stoornissen met hoge wachttijden wel relatief meer in de niet-gecontracteerde zorg behandeld worden.
Blokhuis en de twee ministers van VWS hebben al met partijen afspraken gemaakt om de contractering te bevorderen door middel van het sluiten van akkoorden voor de wijkverpleging en ggz. “Het moet de voorkeursoptie zijn van alle partijen om een contract af te sluiten”, schrijft de staatssecretaris.
Het kabinet overweegt nog aanvullende maatregelen. Blokhuis wil de Kamer daarover in het najaar informeren.